Circulaire missie Parijs: “Douze Points”

Geplaatst op 15/03/18 16:25

Omdat Circo steeds vaker aanvragen uit het buitenland krijgt, is het interessant om te verkennen of en hoe de design methode ook buiten Nederland kan worden ingezet om bedrijven aan de slag te laten gaan met circulaire business. De circulaire missie naar Parijs, die afgelopen week plaatsvond, is een mooie gelegenheid voor een eerste verkenning hiervoor. Goed georganiseerd, een grote Franse circulaire ambitie en een relatief beperkte CO2 uitstoot om er (met Thalys) te komen.

 

Gesterkt door de gedachte dat Nederland Circulaire koploper is in Europa vertrokken we (Jeroen Hinfelaar en Pieter van Os) naar Parijs en dit is een aantal eerste observaties die we mee terugnemen;

  1. Frankrijk heeft een stevige circulaire ambitie.
  2. De Olympische spelen in Parijs (2024) zijn een belangrijke trigger om circulaire projecten te starten. Onder andere in de bouw.
  3. De Franse overheid lijkt directieve te werken dan de Nederlandse (maar heeft wel het Green Deal formaat van Nederland overgenomen). Dit kom onder andere naar voren in de
    1. EPR schema’s die inmiddels zijn ingevoerd voor 14 sectoren.
    2. De verankering van duurzame doelstellingen en circulaire eisen in de wet.
  4. De creativiteit en innovatie kracht van Nederlandse bedrijven lijkt groter. Mede door de manier waarop gewerkt wordt in onder andere de transitieagenda’s. Op basis hiervan lijken er business kansen in Frankrijk.
  5. Ook in Frankrijk is het lastig om concreet aan de slag te gaan met circulariteit. Zowel in projecten die de ambities moeten waarmaken als voor individuele bedrijven.
  6. Circo kan een goede rol spelen om bedrijven en projecten te ondersteunen om concreet invulling te geven aan circulaire business.

Volop kansen dus voor Nederland en Frankrijk om de elkaars krachten te combineren en een circulaire samenwerking op te zetten om de ambities te verwezenlijken. Voor Circo een eerste bevestiging dat de methode ook in internationale context van waarde kan zijn. To be continued of À suivre!

 

Zo ver de eerste observaties. In de rest van dit stuk vind je een korte toelichting op bovengenoemde punten.

 

Ad 1. en 2. Frankrijks circulaire ambitie en projecten

Alleen al voor de Olympische Spelen is er nu al een programma opgesteld vanuit de stad Parijs met meer dan 50 ontwikkelprojecten die circulair moeten worden ingevuld. Hier is in ieder geval 7 miljard aan private financiering mee gemoeid. Belangrijke aandachtspunt is het hergebruik van materiaal uit bestaande gebouwen. Opvallend is dat in veel van de projecten urban argriculture een rol speelt en hierdoor alle schetsen en mooi groen dakterras hebben.

 

Ook in steden als Lyon en Bordeaux lopen grote projecten. De eerste stad ziet circulariteit als een mogelijkheid om de slechte economische situatie en het ´lelijke´ imago van de stad te doorbreken. In Bordeaux vindt de komende decennia een grote modernisering van de gebouwde omgeving en het wegennet plaats. Met Noa is er een speciale organisatie opgezet om maatschappelijke benefits te realiseren en overlast te minimaliseren. Circulariteit speelt hierbij een grote rol.

 

Ad 3. De rol van de overheid

Allereerst valt op de het creëren van werkgelegenheid in Frankrijk een belangrijk argument is voor circulaire werken. Het wordt gelijkgesteld met de ecologische relevantie. Dit lijkt enerzijds een middel om de publieke opinie mee te krijgen, maar gegeven de hoge werkloosheid in Frankrijk ook een belangrijker politiek thema dan in Nederland waar de vraag eerder is of er wel voldoende (gekwalificeerd) personeel beschikbaar is.

 

In Frankrijk is het meer gebruikelijk om top down wetgeving in te zetten om sociale doelen te bereiken. Zo mogen restaurant bij wet geen voedsel meer verspillen en is er een wet in voorbereiding die ‘planned obsolence” verbiedt. Er gaat ook binnenkort een wet van kracht die circulaire eisen aan producten stelt. Hoe die er uit ziet is niet duidelijk geworden, maar alle aanwezige bedrijven geven in hun presentaties direct aan dat ze er (bijna) aan voldoen.

 

In onze transities-agenda’s worden EPR-systemen (extended producer responsibility) op meerdere plaatsen als instrument genoemd. In Frankrijk zijn er al veel van deze schema’s. Naast de schema’s die we ook in Nederland hebben voor onder andere; banden; auto’s; textiel en schoenen; caravans; meubels en; plezier jachten. Deze lopen uiteen van een heffing van 0.007% op de prijs voor mobiele telefoons tot 4,5% voor ijskasten. Het uitvoerende ministerie zegt zeer tevreden te zijn over de resultaten en heeft nog meer schema’s in voorbereiding voor onder andere speelgoed en sportproducten.

 

Interessant om eens verder te denken wat de Franse ervaring voor Nederland kan betekenen. Enerzijds hebben veel sectoren in Nederland zich verbonden aan circulaire ambities en zou je kunnen zeggen dat een EPR-schema dus niet nodig is om dit af te dwingen. Daarnaast kunnen veel van de genoemde productengroepen een positieve restwaarde hebben (als ze slimmer ontworpen worden) waardoor er een economische incentive is voor de producent of derde partijen om ze terug te nemen. Een dergelijke benadering sluit aan bij de Nederlandse manier van werken. Anderzijds kan de druk van een voorgenomen EPR sommige processen mogelijk versnellen en een groter bereik hebben om niet alleen de koplopers in beweging te zetten. Food for thougth dus.

 

Ad4. Nederlandse creativiteit

Vanuit Nederland presenteerde OVG, Philips en architectenbureau MVRDV. Mooie innovatieve oplossingen met allemaal een combinatie van zowel technologie en slim ontwerp als van functionele en maatschappelijke benefits. Inspirerende cases en (jammer om te zeggen) veel opener dan de gepresenteerde cases van de Franse bedrijven. Ook bij de Circo-deelnemers zien we dat ze open staan voor nieuwe ontwikkelingen, flexibel zijn in het toepassen van circulaire business modellen en design principes en bereid zijn om kennis te delen. Veelal gedreven doordat ze een kans zien om hun business te versterken (en gelijktijdig energie- en materiaal efficiënter te zijn) in plaats van omdat het moet. Deze kracht zou de Franse bedrijven kunnen helpen om invulling te geven aan alle ambities (die de overheid over ze afroept).

 

Ad 5. Aan de slag

Er zijn in Frankrijk dus stevige circulaire ambities en er is interesse van bedrijven om dat mede in te vullen. Net als in Nederland lijkt ook hier in een aantal gevallend de vraag: “Waar beginnen we vandaag dan aan te werken?” Het blijkt in projecten, green deals en voor individuele bedrijven vaak lastig om de eerste stap te zetten om een circulaire wens concreet invulling te geven. Circo heeft in Nederland aangetoond een goede methode te zijn om bedrijven en ketens te activeren en de eerste circulaire stappen te laten zetten. Op basis van deze eerste verkenning in Frankrijk denken wij dat Circo ook in de Franse context deze rol kan invullen. Het zou helemaal mooi zijn als daar de krachten van Franse en Nederlandse partijen kunnen worden gebundeld.

 

Het lijkt ons dan ook heel interessant om met de Franse en Nederlandse contacten die we hebben opgedaan verder te gaan kijken hoe we dat kunnen gaan doen. Leuk om te doen en super als we de circulaire transitie ook internationaal kunnen activeren.

GEO zet groot in op Nederlandse energietransitie

Geplaatst op 06/10/17 16:34

Afgelopen week tijdens de European Utility Week (EUW) in Amsterdam heeft Green Energy Options (GEO) aangekondigd hoe zij gaat bijdragen aan de energietransitie in Nederland. Reversed Concepts werkt al jaren met het Engelse GEO samen en in Nederlandse markt en ondersteunt deze aanpak als “lokale partner”.

 

Zoals oprichter en mede-founder Patrick Caiger-Smith in het artikel in de Telegraaf al aangeeft, is de markt voor directe feedback voor huishoudens op hun energiegebruik nauwelijks ontwikkeld. Mede hierdoor zijn energie besparing en energietransitie voor de meeste consumenten een abstract begrip. Dit verandert echter als je het energiegebruik visualiseert en consumenten de mogelijkheid geeft het gebruik te managen.

 

Wie weinig tijd heeft leest dit Telegraaf-artikel waar in lijn met het medium de nuance en diepgang niet helemaal in terecht zijn gekomen. Voor één ieder die meer tijd heeft, heb ik hieronder het één en ander wat verder toegelicht.

 

Het Planbureau voor de Leefomgeving gaf in haar rapport “De Slimme Meter uitgelezen energie(k)” in November al aan dat de energiebesparing die voorspeld was bij de Slimme Meter uitrol ver achterblijft en dat aanvullende maatregelen gewenst zijn. Daarbij ziet PBL het beschikbaar maken van in home displays als een belangrijk en nuttig instrument.

 

In het convenant dat in het voorjaar in het kader van het energieakkoord tussen de belangrijkste partners in dit akkoord is overeengekomen om 10 Petajoule extra aan energie te besparen, wordt hier echter nauwelijks invulling aan gegeven. Daarnaast valt op dat voor het Nederlandse beleid heel weinig wordt gekeken naar succesvolle interventies in andere landen. Voor GEO en Reversed Concepts geeft dit aanleiding om nadrukkelijker het heft in eigen handen te nemen en op een drietal vlakken, in lijn met goede ervaring in het buitenland, actie te ondernemen.

 

Tijdens de beurs is de eerste concrete stap aangekondigd waarin 1000 displays in Nederland worden ingezet. Een consortium van lokale (energie) initiatieven zet GEO-displays in om bewoners bij energie te betrekken en te ondersteunen in energiebesparing. Met deze eerste uitrol is de weg vrijgemaakt voor andere kleinschalige initiatieven om dit ook laagdrempelig aan bewoners aan te bieden. Tijdens EUW was er een goedbezochte bijeenkomst voor dergelijke initiatieven (georganiseerd in samenwerking met Quintens) en in de komende periode ondersteunen GEO en Reversed Concepts deze bottom-up initiatieven.

 

Daarnaast zijn GEO en Reversed Concepts met meerdere marktpartijen en de overheid in gesprek over het op zetten van een platform geinspireerd op het Engelse SmartEnergyGB. Deze publieke entiteit heeft tot doel om Engelse huishoudens te informeren over de slimme meter uitrol en ze handelingsperspectief aan te bieden voor het toepassen van de energiedata die hiermee beschikbaar komt. In Nederland geeft meer dan 90% van de huishoudens aan niet of nauwelijks op de hoogte te zijn gesteld van de mogelijkheid van de slimme meter op het moment van installatie. In dat licht niet verbazingwekkend dat mensen er geen gebruik van maken en de energiebesparing sterk achterblijft. SmartEnergyNL kan deze informatieleemte invullen.

 

Verder wordt er aandacht besteed aan de energiebedrijven. Deze zijn in Nederland zeer terughoudend in hun plannen voor de inzet van displays en andere direct feedback instrumenten. Dat is in contrast met bijvoorbeeld Engeland waar energiebedrijven inmiddels tot de conclusie zijn gekomen dat een ‘connected’ display een nuttig instrument is om de relatie met klanten te onderhouden en energie diensten aan te bieden. GEO en Reversed Concepts gaan in Nederland met energiebedrijven in gesprek en bieden hun ervaring aan als input voor een kansrijke datastrategie in de overtuiging dat innovatieve partijen daar ook (op termijn) displays bij zullen gaan omarmen.

Oproep aan CIRCO-deelnemers: werk samen aan Next Steps

Geplaatst op 24/05/17 09:18

CIRCO heeft de afgelopen twee jaar ruim honderd (maak)bedrijven begeleid en meer dan 150 designers voorbereid om aan de slag te gaan met creating business through circular design. Pieter van Os brengt uitdagingen in kaart en nodigt de CIRCO community uit om samen te werken aan oplossingsrichtingen. Werk samen aan Next Steps!

 

Beste CIRCO-deelnemer,

Hoe staat het met de toepassing van circulaire principes in jouw business?

Wij zijn benieuwd naar jouw praktijkervaring

Omdat de overgang naar een circulaire bedrijfsvoering niet zonder slag of stoot gaat, zijn we benieuwd naar jouw ervaringen in de praktijk. De afgelopen twee jaar hebben wij ruim honderd (maak)bedrijven begeleid en meer dan 150 designers opgeleid. Dit traject heeft ons veel kennis en inzicht gegeven in zowel de toegankelijkheid als de complexiteit van de materie. Nu constateren we dat het merendeel van jullie wordt geconfronteerd met dezelfde (generieke) uitdagingen en dat oplossingen van het ene bedrijf vaak ook van onschatbare waarde zijn voor het andere.

Next Steps

Het CIRCO team brengt uitdagingen in kaart, evenals de oplossingsrichtingen. Die noemen we: Next Steps. Graag willen we van jou weten of je ze herkent, hoe je ermee omgaat en welke oplossingsrichtingen jouw bedrijf kiest om verder te komen.

De komende maanden leggen we je drie Next Steps voor. De eerste Next Step heeft betrekking op de volgende vraag: hoe ga je om met (bestaande en nieuwe) partners in je waardeketen?

Deze Next Step wordt hieronder toegelicht, waarna een aantal vragen volgen aan jou als CIRCO-deelnemer.

Next Step #1: omgaan met (bestaande en nieuwe) partners in de waardeketen

Samen met het CIRCO team heb je tijdens onze CIRCO Track of Class inzichten opgedaan in ‘creating business through circular design’. Je weet nu op welke plekken in de bedrijfsketen waardevernietiging plaatsvindt en waar mogelijkheden zijn voor waardecreatie. Op basis van die analyse heb je de circulaire kans voor jouw bedrijf gedefinieerd en uitgewerkt met een businessmodel, product (re)design en serviceaanbod. Als ontwerper heb je meer zicht gekregen op wat jij kunt betekenen in de ontwikkeling van circulaire producten en diensten of in de begeleiding van een circulair veranderingsproces.

 

Voorbij het transactiemoment

Circulair ondernemen en ontwerpen begint met circulair denken: stel processen die je vanzelfsprekend acht ter discussie en kijk hoe je zaken slimmer kunt vormgeven. Veel bedrijven zijn nog steeds volledig gefocust op het transactiemoment (verkoop). Na betaling is het vaak einde verhaal. Een circulaire business kijkt voorbij het transactiemoment. Omdat het bedrijf dan betrokken is bij de hele levensloop van een product of het materiaal, creëer je meerdere verdienmomenten. Daarmee is circulaire bedrijfsvoering bij uitstek een waardevol innovatie-instrument.

 

Concurreren met bestaande partijen

Bedrijven die betrokken blijven bij hun klant en product na het transactiemoment, willen en krijgen nieuwe partnerschappen en een andere relatie met (bestaande) klanten. Veel publicaties besteden ruimschoots aandacht aan het creëren van nieuwe partnerschappen. Tijdens de CIRCO-Track blijkt geregeld dat een bedrijf dat ‘circulair gaat’ vaak concurreert met bestaande partijen die in de huidige lineaire situatie onmisbaar zijn en die een transitie naar een circulaire bedrijfsvoering commercieel riskant maken. Wat doet een installateur als een fabrikant zelf onderhoudsdiensten aan een eindklant gaat leveren? Wat vindt een retailer ervan dat een merk haar klanten rechtstreeks een aanbod doet voor het inleveren van een oud product? Hier ontstaan potentiële kanaalconflicten. Dat is niet erg op het moment dat de business volledig circulair is, maar vormt wel een uitdaging als dit kanaal nog goed is voor het merendeel van de omzet. Ook de vraagstelling voor de ontwerper verbreedt nu de customer journey verder gaat na het verkoopmoment, waarbij oude en nieuwe partners wel of niet een rol krijgen en het fysieke product en aanvullende diensten samensmelten.

Stel, je wilt een circulair product en/of dienst rechtstreeks aan een eindgebruiker leveren? Hoe ga je dan om met jouw (afhankelijkheids)relatie met installateurs of retailers die nu een (commerciële) rol richting de eindgebruiker hebben? In het CIRCO programma kwam een aantal oplossingen naar voren:

  • Het bedrijf betrekt de huidige distributiepartij erbij en gaat een gezamenlijk leerproces in. Ook al hebben zij vaak de skills niet voor jouw ambities en is jouw bedrijf maar een van hun leveranciers.
  • Het bedrijf brengt haar nieuwe circulaire activiteiten onder in een aparte entiteit (start-up) waardoor het kanaalconflict minder zichtbaar is en eigen activiteiten ontwikkeld kunnen worden.
  • Het bedrijf richt zich op nieuwe (niet-concurrerende) klanten waardoor er minder sprake is van een kanaalconflict.

Vragen

  1. Herken je bovengenoemde situatie?
  2. Zo ja, kun je voorbeelden geven hoe dat in jouw bedrijf tot uiting kwam?
  3. Hoe zagen de knelpunten eruit?
  4. Welke concrete oplossingen heb je toegepast?
  5. Hebben die tot het gewenste resultaat geleid?
  6. Welke plek neem je als designer in m.b.t de samenwerking wanneer die niet stopt na de oplevering van het product?

RC brengt research en praktijk samen op NWO congres

Geplaatst op 17/06/16 19:01

Voor dit op donderdag 16 juni door NWO georganiseerde wetenschappelijk congres (zie ook verslag NWO) zijn Conny Bakker (hoofd auteur van Products that last) en Pieter van Os van Reversed Concepts itgenodigd om de link tussen wetenschap en praktijk in de migratie naar een circulaire economie in een workshop te adresseren.

Een stevige maar leuke uitdaging in twee uur voor een zaal met hoogwaardige wetenschappers uit diverse disciplines. Hierbij een tweetal belangrijkste uitkomsten.

De workshop

Om een powerpoint bombardement te voorkomen zijn we direct begonnen met de snelkook workshop. Hierin simuleren we in ruim een uur een circulaire (her) design proces dat in de praktijk wel drie maanden kan kosten. Deze workshop hebben we vaker gedaan, maar dit was de eerste keer samen met Conny Bakker. Dat was spannend want dit was een direct toetst of we het Products that Last framework goed toepassen. Het blijkt dat we een aantal onderdelen wel zeer vrij hebben geïnterpreteerd en praktische toepassing tot enkele shortcuts leidt. Voor Conny Bakker gelukkig geen groot probleem, maar juist een nuttig constatering. Deze gaan we verder oppakken door en de definities en de praktische toepasbaarheid daarvan te bespreken en de generieke leerpunten uit te wisselen zodat Circo feedback geeft over haar bevindingen bij het begeleiden van meer dan 70 bedrijven.

Dialoog

De dialoog heeft tot doel om te kijken of er onderwerpen voor verder onderzoek zijn of dat bestaand onderzoek kan worden toegevoegd. Hiervoor hebben we een aantal stellingen geformuleerd (zie sheets). Het blijkt lastig om na een intensieve workshop verder te verdiepen op deze stellingen. De groep draagt echter naar aanleiding van de workshop meerdere onderwerpen aan;

  • Products that Last gaat van ‘longer than average’ productgebruik uit en is daarmee het best toepasbaar op duurzame producten. Een ander manier van denken is gevraagd voor ‘products that flow’.
  • In de workshop passen de meeste mensen een model toe dat het gebruik met een cyclus verlengt. Voor een volledig circulaire economie moet je echter alle cycli van product, component of materiaal sluiten. Dit is voor een groot deel mogelijk binnen het PtL-framework, maar vraagt te veel om in een keer (zeker in een workshop) in beeld te brengen. Goeie toevoeging is om ook naar recycling oplossingen en design uitdagingen op materiaalniveau te kijken
  • Een andere discussie is of het gedrag van consumenten (of gebruikers) moet veranderen. Enerzijds wordt gesteld dat circulaire propositie dermate aantrekkelijk kunnen zijn dat consumenten dat consumenten ze direct accepteren (voorbeelden zijn cloud computing en kopieermachines). Anderzijds hebben consumenten een wens voor bijvoorbeeld nieuwe en niet herstelde producten en zou het heel erg helpen als dit onderscheid verandert.

Deze onderwerpen hebben we vanzelfsprekende niet in een dialoog van 30 minuten opgelost, maar wel plenair met alle aanwezigen gedeeld. Nuttig als de handschoen wordt opgepakt. In de ontwikkeling van Circo nemen we de opmerkingen mee.

What is hot at Sustainable Brands 2016

Geplaatst op 07/06/16 09:39

Voor NIMA WereldMarketeers bezocht Pieter van Os het Sustainable Brands congres in Barcelona samen met Elvira Luykx van DSM. Ondanks het feit dat ook op dit congres helaas een toenemende deel van de content door sponsor geleverd wordt, geeft het evenement toch een aardig beeld wat er momenteel speelt bij merken die zich duurzaam profileren. een kort overzicht van de 5 meest in het oog springende onderwerpen.

De meest spraakmakende merkinnovaties die onlangs zijn gepresenteerd op ‘Sustainable Brands Barcelona’ stonden centraal tijdens het WereldCafé Sustainable Brands bij NIMA in Amsterdam op  31 mei 2016.

 

 

Op basis van het totaalaanbod van presentaties uit Barcelona, heeft het team van WereldMarketeers dat naar Barcelona is geweest vijf observaties gedeeld:

  1. Transparantie is het nieuwe waarde creëren
  2. Branding en MVO ontwikkelingen komen samen
  3. ‘Er staat een groot dier in de kamer …’
  4. De nieuwe klantbehoefte
  5. Marketeer moet uit comfort zone voor circulair

Het valt niet mee op 2 uur presentatie in discussie samen te vatten, maar hierbij een beknopte impressie.

Ad1 Transparantie is het nieuwe waarde creëren

84% van de (beurs) waarde van S&P500 bedrijven is tegenwoordig intangible tegen 17% in 1975. De stelling van Paul Herman van HIP Investor is dat het daarom in het belang van een bedrijf is om de intangible assets zo veel mogelijk in beeld te brengen. Hij noemt dit transparantie. Omdat veel indicatoren een people en/of planet element hebben, zoals employee retention, natural resource efficiency en diversity (board en team), plakt Herman hier het stempel sustainabiltiy op. Een  invulling van transparantie en duurzaamheid die sterk is gelieerd aan het maken van rapportages ten behoeve van een hoge/ betere ranking.

Leg dit denken naast de quote van William Mc Donough: “Een crimineel die transparant is over zijn daden blijft een crimineel, maar dan zichtbaar.” en je kunt je voorstellen dat het een interessante discussie was.

Ad2 Branding en MVO ontwikkelingen komen samen

Dit is natuurlijk een stelling met een behoorlijk baard. Toch zijn er wel nieuwe elementen aan deze stelling toegevoegd ten opzicht van bijvoorbeeld Sustainable Brands 2014 in London. Twee jaar geleden ging het vooral over de vraag of en hoe je over CSR kunt communiceren. Veel bedrijven waren daar nog terughoudend in. Achteraf klopt dat wel als je bedenkt dat CSR vaak compliance gedreven was met wellicht een klein eigen ethisch kader. Op de huidige conferentie ging het nadrukkelijker  over purpose dat zich makkelijker laat vertalen naar merkwaarden en communicatie uitingen. Aan de marketing kant begint het steeds duidelijker te worden welke consumentenkracht er uitgaat van het feit dat mensen hyper connected zijn. Consumenten kunnen zich snel en krachtig verenigen en gewenst gedrag afdwingen of misstanden afstraffen. Voorbeelden zijn de grote effecten van een virtuele protestmars in Madrid, waarin geen mensen maar hologrammen figureerden en de ‘Sweetie’ campagne van Terre des Hommes, waarbij gebruik gemaakt werd van een virtueel meisje dat niet van echt was te onderscheiden.

Ad 3 ‘Er staat een groot dier in de kamer…’

Een aantal bedrijven, zoals Lego en Interface, sprak tijdens de conferentie in Barcelona open over de uitdagingen bij het realiseren van hun duurzame ambities, met goede voorbeelden uit de speelgoed- en de tapijtindustrie. Andere bedrijven besteedden hier minder aandacht aan en/of lieten belangrijke onderwerpen zoals obesitas als gevolg van suiker (Coca Cola) of de problematiek  rond milieuvervuiling en arbeidsomstandigheden in de textielbranche (Adidas) volledig onbesproken. Het is niet de verwachting van de Wereld Café bezoekers dat ieder bedrijf direct oplossingen heeft voor maatschappelijke vraagstukken in haar domein, maar het is opvallend dat marketing managers de dialoog hierover nog veel te vaak uit de weg gaan. Dit leidde onder meer tot een interessante discussie over de stelling  of Coca Cola de strijd met obesitas moet aangaan of zichzelf als guilty pleasure kan positioneren.

Ad 4 De nieuwe klantbehoefte

Marktonderzoek bureau BBMG heeft, op basis van een wereldwijd onderzoek, een klantsegmentatie opgesteld waaruit een groep consumenten naar voren komt die hoog scoort op zowel sociale en milieu waarden als materialisme. Wereldwijd vertegenwoordigt deze groep 41% van de consumenten. Dit zijn consumenten die eisen stellen aan de duurzaamheid van producten, maar er niet voor terugdeinzen om veelvuldig producten aan te schaffen. BBMG stelt is dat deze groep door hun houding en omvang een veel interessantere doelgroep voor duurzame proposities is dan de advocates waar veel duurzame proposities zich traditioneel op richten. Een interessante gedachte, vooral omdat er makkelijker schaalgrootte is te behalen en deze trend een eerste en belangrijke stap kan zijn in het meer betrokken worden van deze groep – ook al zijn er over die laatste aanname altijd kanttekeningen te plaatsen, alsook over dergelijk onderzoeken en de uitkomsten in het algemeen.

Ad5. Marketeer moet uit comfort zone voor circulair

Een belangrijk thema dit jaar is de migratie naar een circulaire economie. Andy Ridley van Circle Economy benadrukt dat de migratie geleid moet worden door designers en markteers en dat de focus van awareness naar activatie moet gaan. De bal ligt dan bij de marketeer. Uit presentaties van William McDonough (Cradle to Cradle) en Philips blijkt dat dit nieuwe inzichten vraagt van marketeers:

  • Het vraagt een continue afweging tussen business, environment en equity (de sociale component)
  • Marketing richt zich op het gebruik van producten en niet meer op het transactiemoment
  • Een merk wordt geladen door ervaringen en niet door een belofte

Ook al zijn er altijd kanttekeningen te maken, zoals over ‘de olifant in de kamer’, Sustainable Brands 2016 was zeer de moeite waard, en kunnen we ook spreken van een geslaagd WereldCafé. In Nederland wordt er inmiddels gekeken of Sustainable Brands volgend jaar  in Nederland gehouden kan worden. Dat zou een mooie stap zijn om een kijkje achter de schermen te kunnen nemen van de  Nederlandse merken, van hen te leren en samen met hen te kijken hoe we duurzaamheid in branding naar de volgende fase kunnen brengen.

Page 1 of 812345...Last »