Interview DuurzaamPlus

Op 1 oktober publiceerde DuurzaamPlus een interview met Pieter van Os van Reversed Concepts, waarin alle ondernemingen van CIRCO creating business through circular design de revue passeren.

 

Met als titel ‘CIRCO schept duurzame business in circulaire economie’ ligt de focus terecht op het creëren van business opportunities. “In de circulaire economie is het voortaan de vraag: Waar zit de waarde-vernietiging en hoe kunnen we daar juist waarde uithalen? Die waarde ontsluiten creëert nieuwe business.”

 

“Maar wat is circulair design en wat kan dat bijdragen aan veranderingen? CIRCO kijkt anders naar het product door de keten om te draaien. Door te beginnen aan het einde van de levenscyclus van het product, denk je de andere kant op, maar volgens Van Os is dat voor bedrijven best moeilijk. “Het lijkt nogal rigoureus, maar kan verrassende efficiency binnen het bedrijfsproces opleveren. Iets opnieuw ontwerpen zodat het nieuwe (deel)producten en diensten oplevert, zoals service of leasen, is spannend en uitdagend.” Deze manier van denken brengt de verantwoordelijkheid meer terug bij de ontwerpers.”

Circular Design Cases voltooid

In april berichtte Reversed Concepts over de start van de Circular Design Cases. Zeven gemotiveerde studenten van de TU Delft gingen (iconische) producten circulair herontwerpen  als deel van CIRCO creating business through design, gecoördineerd door Reversed Concepts.

 

In het project hebben studenten het Products that Last framework toegepast en gevalideerd. Tegelijkertijd identificeerden, analyseerden en presenteerden zij internationale circulaire producten en business voorbeelden als inspiratie.

 

Het proces verliep heel anders dan een ‘normaal’ ontwerpproces. Al bij de analyse van het product bleek het belangrijk om andere vragen te stellen, dan gebruikelijk is. Het is bijvoorbeeld cruciaal om te ontdekken waarom een product wordt afgedankt en wat er dan mee gebeurt. Dit vraagt een ontwerper zich in een doorsnee analyse niet af.

 

Vervolgens bleek het formuleren van een circular design challenge cruciaal. Hierin stelden de studenten zichzelf een doel waaraan het herontwerp moest voldoen. Door dit doel expliciet te formuleren breng je focus aan in het ontwerpproces en kan je je resultaten ijken. Gedurende het ontwerpproces controleert de ontwerper regelmatig of zijn ideeën een oplossing zijn voor de design challenge. Als dat niet het geval is gaat hij op zoek naar andere oplossingen. Echter, wanneer de design challenge niet haalbaar blijkt, past de ontwerper deze aan.

 

Na het vaststellen van de design challenge pasten de studenten circulaire ontwerp strategieën toe om ideeën te genereren. Toen ze deze ideeën toetsten aan de circulaire business modellen, bleek dat veel ideeën niet kunnen leiden tot een rendabele business case. Dat is frustrerend. Gelukkig leverde deze constatering een iteratie op tussen de business modellen en ontwerp strategieën.

 

Uiteindelijk leverden alle zeven studenten een prototype op waarin het ontwerp van product, dienst en businessmodel geïntegreerd waren. Hun resultaten zijn te zien in dit filmpje, op deze website, op een expositie op de Dutch Design Week en tijdens festival DRIVE. De CIRCO studentencompetitie is gelanceerd en de winnaar zal op 22 oktober bekendgemaakt worden.

 

De kennis die CIRCO en Reversed Concepts met dit project hebben opgedaan delen wij in de vorm van een blogserie op circulairondernemen.nl. Laat uw mening achter op onze LinkedIn groep.

 

Gezocht; conceptuele ondernemers of ondernemende consultants m / v

Na een heerlijke zomer wordt het tijd om weer te vlammen. Reversed Concepts heeft nog een aantal ambitieuze doelstellingen voor de rest van het jaar en is hiervoor op zoek naar versterking. Dit kan ingevuld worden door conceptuele ondernemers en ondernemende consultants die een zelfstandige bijdrage leveren aan de marktintroductie en groei van een aantal duurzame producten en diensten in onze portfolio.

 

Reversed Concepts initieert en bouwt ondernemingen en activiteiten die een effectievere, innovatievere en eerlijkere inzet grondstof en energie bewerkstellingen. Wij zijn marketeers en business developers, geen technologen. In al onze activiteiten worden we gedreven door een dubbele motivatie. We willen gezonde en winstgevende business opbouwen en gelijktijdig een bijdrage leveren aan een meer duurzame samenleving. Innovatie is hierbij het middel. Door non-lineaire business principes toe te passen en (internet) technologie in te zetten waar relevant.

 

Je past bij ons als je;

  • Niet zo lang geleden een WO / HBO opleiding hebt afgerond
  • Een bedrijfseconomische interesse of achtergrond hebt
  • Intrinsiek gemotiveerd bent om duurzaamheid een stap verder te brengen
  • Over analytische en conceptuele vaardigheden beschikt
  • Nieuwsgierigheid bent
  • Denken en doen combineert

 

Wij passen bij jou als je;

  • Op zoek bent naar een ondernemende omgeving
  • Wilt werken aan nieuw duurzame concepten
  • Directe aansturing en feedback waardeert
  • Breed in de keuken wilt meewerken
  • Floreert als je ruimte krijgt
  • In Amsterdam kan komen werken

Geïnteresseerd? Leuk. Laat dan voor 7 september wat van je horen op info@reversedconcepts.nl.

Lees hier een beknopte beschrijving van onze activiteiten

Out-of-the-inzamelbox voor NVMP

De vereniging NVMP kwam gisteren met haar voorstel om inzameling van oude elektronica producten toekomstbestendig te maken en te conformeren naar verhoogde Europese doelstellingen. De oude lijn van kilo-denken en milieu argumenten wordt in woord losgelaten en voorzichtig vervangen door moderne termen als circulaire en recovery rate. Toch krijg ik vooral het idee dat ik een offerte van een timmerman lees die ieder probleem met hamer en spijker kan oplossen, terwijl het toch echt om een lekkende CV gaat.

Er lijkt beweging te zitten in de houding van NVMP. Nederland is in Europa van een voorloper op het gebied van inzameling teruggevallen naar een middenmoter en aangekondigde Europese regelgeving en doelstellingen leggen druk op de toekomst. Het is prijzenswaardig dat een ietwat zelfgenoegzame en dominante organisatie openstaat voor vernieuwing, maar vooralsnog is slechts beperkt out-of-the-inzamelbox gedacht. Een drietal observaties en suggesties.

Materiaal hergebruik domineert het denken

Dat is precies wat NVMP al jaren doet. Product hergebruik en alternatieven gebruikers concepten zijn echter onmisbaar als je je verbindt met circulaire uitgangpunten en schermt met het rapport van de Mc Arthur Foundation zijn. NVMP claimt een hoge recovery rate van grondstoffen, maar een langer gebruik van de grondstoffen is te prevaleren. Zeker omdat een er nog geen procedés en processen zijn om de echt schaarse metalen te hergebruiken. Zoals wordt onderschreven door de ladder van Lansink die in het voorstel uitgebeid wordt gepresenteerd.

In het voorstel krijgen beide concepten echter geen serieuze aandacht. Product hergebruik geeft naast een hogere grondstof efficiëntie voor veel productgroepen een hogere opbrengst waardoor consumenten en inzamellocaties een hogere financiële vergoeding kan worden geboden. Er is ook een wettelijke eis in voorbereiding dat minimaal 10% van de elektronica hergebruikt moet gaan worden. NVMP lijkt echter weinig adoptief ten aanzien van initiatieven die hierin al succesvol zijn. Er is geen enkele commerciële partij geïnterviewd of genoemd en de mogelijkheid wordt niet meegenomen naar retailers terwijl dat de case voor hen veel interessanter zou maken. Als NVMP wil voorkomen dat andere (commerciële) partijen deze krenten uit de pap vissen, dan is het raadzaam ook dit concept in hun denken en doen te integreren. Een snelle en hoogwaardige scheiding van e-waste naar product- en materiaalrecycling verhoogt de opbrengst, de grondstof efficiëntie en de bereidheid van consumenten en inzamelaars om mee te doen.

Dat alternatieve gebruikconcepten niet worden uitgewerkt door NVMP zelf is te begrijpen. Maar van een koepel van alle elektronicafabrikanten zou je toch wel een minimaal een visie of doelstelling op dit gebied verwachten.

‘What is in it for them’

Het is mooi dat onder andere Intergamma en Blokker met een vorm van een inzamelstation voor klein huishoudelijke apparaten starten. Het is echter een niet te onderschatten stap om naar 10.000 winkels te groeien en daar gemiddeld 3.800 Kg op te halen zonder wettelijke afdwinging. Voor een aantal consumenten is het vast een extra service die de drempel verlaagd, maar het zal zeker niet de trigger zijn om alle laden eens te gaan legen. Voor retailers is het zeker onvoldoende voor een lange termijn commitment.

Voorsortering in haar DC levert een winkel volgens de in het voorstel genoemde tarieven €542 bij 3.800 kg en de producten €2 per doos. Terwijl de grondstofopbrengst voor een kilo mobiele telefoons momenteel rond de €18 ligt. Voor deze vergoeding zullen niet al te veel retailers warm lopen. De branche heeft al afwijzend gereageerd op het voorstel om grote elektronica winkels te verplichten alle elektronica terug te nemen.

Om retailers en consumenten te verleiden om aan inzameling mee te doen zal extra waarde moeten worden gecreëerd. Middels product hergebruik, zoals beschreven bij het eerste punt, kan de totale opbrengst en daarmee de bijdrage voor consument en retailer omhoog. Daarnaast zullen inzamelproposities veel meer geïntegreerd moeten worden met het primaire proces van de retailer waardoor ze een plaats krijgen binnen de commerciële activiteiten. Bijvoorbeeld middels integratie met reparatie of verzekering, een combinatie met verhuur, koppeling met retentieprogramma’s of als onderdeel van nieuwe gebruiksconcepten. Dit gaat veel verder dan inzameling op basis van materiaalhergebruik en vraagt onder andere kennis en begrip van retail, breed hergebruik van product en materiaal, flexibele reversed logistics en zakelijke samenwerkingsverbanden. Dat NVMP dit soort concepten in dit stadium niet heeft uitgewerkt is te billijken, maar het naïeve optimisme ten aanzien van de inzamelpunten maakt duidelijk dat ze nog behoorlijk ver van de werkelijkheid af staan.

Regulering of samenwerking

Als je het hele voorstel leest dan ben je geneigd te denken dat NVMP vooral aast op de 31% van de waste die buiten haar om wordt ingezameld. Dit brengt de 85% doelstelling een stuk dichter bij (31 down, 14 to go) en maakt gelijktijdig cherry pickers het leven zuur. Vanzelfsprekend dat illegale export en verwerking uitgesloten moet worden en daar speelt monitoring en handhaving door de overheid een belangrijke rol. Maar een oproep om de overheid ook de rest van de uitdaging laten invullen? Dat is een zwaktebod voor een partij met; €328 miljoen wettelijk afgedwongen geld van consumenten in kas; een monopolie bij gemeenten en; een dominantie positie in de verwerkingsmarkt. Het is duidelijk dat het EU target niet wordt gehaald als het aandeel van de commerciële partijen niet in de statistieken mee gaat. Het is echter niet chique om dit onder het motto van illegale export en suggestie van een laag ambitieniveau van commerciële partijen af te dwingen en de markt verder onder controle te brengen. NVMP heeft met haar prijsgedreven en ietwat rigide tenders een zwaar stempel op de verwerkingsmarkt gedrukt. Nu wordt een andere rol gevraagd waarin samenwerking met deze zelfde partijen benodigd is en ieder haar rol invult. Net als bij de twee eerder punten vraagt dat een veel inventievere en coöperatieve opstelling van de vereniging. Een opstelling die wat mij betreft ook meer past bij een gezamenlijk streven naar een meer circulaire economie en een duurzame wereld.

Tekort aan zink kost leven

Dit wereldwijde probleem wordt aangekaart in een publicatie van het Platform Landbouw, Innovatie & Samenleving waarin veel kernbegrippen van Circulaire zitten opgesloten; grondstofschaarste, innovatie, maatschappelijke urgentie, exportkansen, gebrekkig beleid in een case. Een tekort aan de beschikbaarheid van de micronutriënten zink en seleen in de landbouw brengt de gezondheid van grote groepen mensen in gevaar en leidt nu al tot evenveel jaarlijkse slachtoffers als malaria. Het zou mooi zijn als daar circulaire oplossingen voor zijn te ontwikkelen.

 

Het persbericht en rapport geven een uitgebreid inzicht in dit probleem. In deze blog vooral aandacht voor de circulaire elementen en kansen die ontstaan als je oplossingen gaat ontwikkelen. Eén derde van het wereldlandbouwareaal in met name ontwikkelingslanden kampt met een tekort aan zink en seleen, hetgeen de landbouwproductie beperkt. Dit komt door zowel natuurlijke armoede van de grond als door een teveel aan fosfaat uit met name kunstmest. Door gebrek aan zink sterven naar schatting 800.000 mensen per jaar terwijl ongeveer 30% van de vrouwen die wereldwijd borstvoeding geven een tekort aan seleen hebben. Dit gezondheidsprobleem krijgt nauwelijks aandacht terwijl de sterfte gelijk is aan die van malaria.

 

Tekorten in de grond kunnen kunstmatig worden aangevuld. En daar komt het circulaire element om de hoek. Volgens Amerikaanse bronnen is de zinkvoorraad nog goed voor 21 jaar huidig gebruik. Het valt te verwachten dat er nieuwe bronnen worden ontdekt. Dit zijn echter marginale bronnen waarvan winning meer energie, water en geld zal kosten. De prijzen zullen stijgen en de kans op hevige prijsschommelingen neemt toe. In zo’n situatie ontstaan twee extra risico’s; landbouw wordt vanuit de veel kapitaalkrachtigere industrie weggeconcurreerd en; grondstofrijke landen gaan exportbeperkingen opleggen. Dit laatste gebeurt bijvoorbeeld al bij aardmetalen. Met combinatie van deze factoren neemt het tekort voor landbouw en daarmee het gezondheidsrisico verder toe.

 

Dat lijkt maatschappelijk ongewenst en vraagt om maatregelen. Ook voor de EU dat maar 4% van de wereldvoorraden van de belangrijkste micronutriënten bezit. Vanuit EU perspectief is het belangrijk om de afhankelijkheid van importen terug te dringen en vanuit gezondheidsperspectief om een deel van de voorraden beschikbaar te hebben voor landbouw. In het landbouwbeleid van de EU ontbreekt het risico van schaarse grondstoffen en in het grondstoffenbeleid is landbouw niet meegenomen. Het platform pleit dan om dit op de politieke agenda te zetten.

 

Beleid is een, maar wat kan er vanuit de economie worden ontwikkeld. In de landbouw is vermindering en substitutie niet mogelijk, in de industrie wel. Voor de industrie liggen er daarom een uitdagingen in het verminderen van de vraag. Dit kan door efficiënter gebruik door proces innovaties. In veevoer wordt bijvoorbeeld wel tot vijf maal meer zink toegevoegd dan vanuit voedertechnisch oogpunt noodzakelijk is. Recycling en hergebruik ligt vooral voor de hand door kringlopen te sluiten in productie en mest- en afvalwater. Bij stijgende prijzen zou dit een interessante business case kunnen opleveren. In substitutie lijkt de grootste kans te liggen en worden twee concrete voorbeelden genoemd; alternatieven voor zink bij galvanisering van staal, en voor seleen in glas en dunne-laagzonnecellen. Dit vraagt om innovaties, maar de suggestie wordt gewekt dat die binnen bereik liggen. Dit geeft kansen. Een aantrekkelijke uitdaging voor ondernemers om interessante producten of diensten te ontwikkelen voor een wereldmarkt waarmee ook nog een bijdrage kan worden geleverd aan de wereldwijde voedselzekerheid.