Reversed Concepts stimuleert bedrijven om circulaire producten in de markt te zetten

 

“Circular Design: it starts with business” was de boodschap van DRIVE festival op 22 oktober 2015 met Conny Bakker, Fairphone, Pieter van Os, Brink Industrial BV en de winnaar van de studentenwedstrijd Circular Design Cases. Festival DRIVE was onderdeel van de Dutch Design Week 2015 in Eindhoven.


De dag stond compleet in het thema van ‘Circulaire Economie’ en werd afgetrapt door keynote speakers Conny Bakker (TU Delft), Pieter van Os (Reversed Concepts) en Miquel Ballester (Fairphone). Zij gaven inzicht in de interactie die ontstaat tussen business en ontwerp zodra je circulair gaat ontwerpen.

 

Kan je business creëren door middel van circulair ontwerpen? Hoe kunnen ontwerpers het verschil maken in de ontwikkeling naar een circulaire economie? Welke kennis bestaat er al over circulair ontwerpen? DRIVE Circular Economy beantwoordde deze vragen met behulp van business modellen, ontwerp strategieën, interactieve workshops en resultaten van het project CIRCO‘creating business through circular design’.

.

Reversed Concepts faciliteerde een interactieve workshop over circulair ontwerpen. Gebaseerd op de boodschap dat circulaire economie zakelijke kansen creëert, geeft deze workshop bedrijven en ontwerpers een supersnelle introductie over de principes en kansen van circulaire economie. Zij pasten circulaire business modellen en ontwerp strategieën direct toe op hun eigen product, om zo een start te maken met een circulaire business case.

 

De winnaar van de Circular Design Cases, Kinge Gardien, pitchte haar concept voor een circulaire hockeystick voor de jeugd. Bestaande uit een lease-constructie, profiteert het business model van een lange levensduur van de hockeystick. Hiervoor ontwierp Kinge een ‘sleeve’ die gepersonaliseerd kan worden. Kinderen kiezen elk jaar een nieuwe kleur of print, waarmee hun hockeystick wordt beschermd.

 

Interview DuurzaamPlus

Op 1 oktober publiceerde DuurzaamPlus een interview met Pieter van Os van Reversed Concepts, waarin alle ondernemingen van CIRCO creating business through circular design de revue passeren.

 

Met als titel ‘CIRCO schept duurzame business in circulaire economie’ ligt de focus terecht op het creëren van business opportunities. “In de circulaire economie is het voortaan de vraag: Waar zit de waarde-vernietiging en hoe kunnen we daar juist waarde uithalen? Die waarde ontsluiten creëert nieuwe business.”

 

“Maar wat is circulair design en wat kan dat bijdragen aan veranderingen? CIRCO kijkt anders naar het product door de keten om te draaien. Door te beginnen aan het einde van de levenscyclus van het product, denk je de andere kant op, maar volgens Van Os is dat voor bedrijven best moeilijk. “Het lijkt nogal rigoureus, maar kan verrassende efficiency binnen het bedrijfsproces opleveren. Iets opnieuw ontwerpen zodat het nieuwe (deel)producten en diensten oplevert, zoals service of leasen, is spannend en uitdagend.” Deze manier van denken brengt de verantwoordelijkheid meer terug bij de ontwerpers.”

CIRCO studentencompetitie

Stem op uw favoriete circulaire herontwerp!

 

De zeven studenten die deelnamen aan de Circular Design Cases zijn in de race voor de Best Circular Design Case. De winnaar van de studentenwedstrijd wordt door u gekozen!

Hier presenteren de zeven studenten van TU Delft het herontwerp van hun product. Op deze pagina brengt u uw stem uit op uw favoriete circulaire herontwerp. De winnaar zal op 22 oktober tijdens het design, research & innovation festival DRIVE bekend worden gemaakt, als onderdeel van de Dutch Design Week 2015 in Eindhoven.

Circulair ontwerp als motor voor innovatie

Circulair design als motor voor innovatie was een geslaagd evenement waarin theorie, praktijk en visie over circulair ontwerpen bij elkaar kwamen. De bijeenkomst vond donderdag 10 september 2015 plaats op New Energy Docks in Amsterdam, georganiseerd door Amsterdam Economic Board en gemeente Amsterdam. We delen de boodschap graag ook hier. Het was een inspirerende middag over circulair ondernemen, wat bedrijven de mogelijkheid biedt om zorgvuldiger met grondstoffen en materialen om te gaan en tegelijkertijd nieuwe businesskansen te creëren.

 

 

 

Inspirerende sprekers

Oud-minister en duurzaamheidsexpert Jacqueline Cramer vertelde met passie over de ambities en aanpak van Amsterdam Economic Board om de Metropoolregio Amsterdam te ontwikkelen tot circulaire hotspot. Pieter van Os doopte het publiek onder in een lading van kennis over duurzame businessmodellen en ontwerpstrategieën die in het project CIRCO centraal staan. Deze modellen en strategieën stimuleren deelnemers van de CIRCO Circular Business Design Track om producten te herontwerpen en nieuwe businessmodellen te overwegen. Het beste resultaat: ga gewoon aan de slag!

 

De nieuwe informatie kwam tot leven in de matching game van Circle Economy, waarin deelnemers bestaande circulaire producten koppelen aan de toegepaste ontwerpstrategie en businessmodel. Het verhaal van Reinier de Boer van ontwerpbureau Lune, tot slot, inspireerde door te illustreren hoe pioniers circulaire ontwerpen in de markt zetten, zoals een afvalbak. Hij benadrukte dat het meeste resultaat wordt behaald door gewoon aan de slag te gaan. Al doende leert men.

.

 

Circular Design Cases voltooid

In april berichtte Reversed Concepts over de start van de Circular Design Cases. Zeven gemotiveerde studenten van de TU Delft gingen (iconische) producten circulair herontwerpen  als deel van CIRCO creating business through design, gecoördineerd door Reversed Concepts.

 

In het project hebben studenten het Products that Last framework toegepast en gevalideerd. Tegelijkertijd identificeerden, analyseerden en presenteerden zij internationale circulaire producten en business voorbeelden als inspiratie.

 

Het proces verliep heel anders dan een ‘normaal’ ontwerpproces. Al bij de analyse van het product bleek het belangrijk om andere vragen te stellen, dan gebruikelijk is. Het is bijvoorbeeld cruciaal om te ontdekken waarom een product wordt afgedankt en wat er dan mee gebeurt. Dit vraagt een ontwerper zich in een doorsnee analyse niet af.

 

Vervolgens bleek het formuleren van een circular design challenge cruciaal. Hierin stelden de studenten zichzelf een doel waaraan het herontwerp moest voldoen. Door dit doel expliciet te formuleren breng je focus aan in het ontwerpproces en kan je je resultaten ijken. Gedurende het ontwerpproces controleert de ontwerper regelmatig of zijn ideeën een oplossing zijn voor de design challenge. Als dat niet het geval is gaat hij op zoek naar andere oplossingen. Echter, wanneer de design challenge niet haalbaar blijkt, past de ontwerper deze aan.

 

Na het vaststellen van de design challenge pasten de studenten circulaire ontwerp strategieën toe om ideeën te genereren. Toen ze deze ideeën toetsten aan de circulaire business modellen, bleek dat veel ideeën niet kunnen leiden tot een rendabele business case. Dat is frustrerend. Gelukkig leverde deze constatering een iteratie op tussen de business modellen en ontwerp strategieën.

 

Uiteindelijk leverden alle zeven studenten een prototype op waarin het ontwerp van product, dienst en businessmodel geïntegreerd waren. Hun resultaten zijn te zien in dit filmpje, op deze website, op een expositie op de Dutch Design Week en tijdens festival DRIVE. De CIRCO studentencompetitie is gelanceerd en de winnaar zal op 22 oktober bekendgemaakt worden.

 

De kennis die CIRCO en Reversed Concepts met dit project hebben opgedaan delen wij in de vorm van een blogserie op circulairondernemen.nl. Laat uw mening achter op onze LinkedIn groep.

 

Circular Design Cases launched

Next Monday the Circular Design Case will take off with a kick-off meeting in Delft. The coming period ten highly motivated students with various relevant backgrounds will be working on circular redesign of (iconic) products as part of the Circo project coordinated by Reversed Concepts.

 

The project will apply and validate the Products that Last framework in practise by using it extensively in the project. At the same time international circular product and business examples will be identified, analysed and made available. A team of professional designers is going to feed the process with their experience and skills in three workshops (designers are still welcome to particpate via the Circo link above).  All work in progress is going to be made available online. We are preparing the site at the moment and share the link probably next week. The final presentation is planned for July 2nd and we will encourage students afterwards to ‘pimp up’ the results to a level suited for DDW.

 

It is a new and innovative project and we will certainly hit some bumps during the process but I’m confident we have prepared a solid process to gain very useful experience in circular design, to create inspiring cases and to involve talented designers in order to accelerate circular business in The Netherlands (and beyond)

Out-of-the-inzamelbox voor NVMP

De vereniging NVMP kwam gisteren met haar voorstel om inzameling van oude elektronica producten toekomstbestendig te maken en te conformeren naar verhoogde Europese doelstellingen. De oude lijn van kilo-denken en milieu argumenten wordt in woord losgelaten en voorzichtig vervangen door moderne termen als circulaire en recovery rate. Toch krijg ik vooral het idee dat ik een offerte van een timmerman lees die ieder probleem met hamer en spijker kan oplossen, terwijl het toch echt om een lekkende CV gaat.

Er lijkt beweging te zitten in de houding van NVMP. Nederland is in Europa van een voorloper op het gebied van inzameling teruggevallen naar een middenmoter en aangekondigde Europese regelgeving en doelstellingen leggen druk op de toekomst. Het is prijzenswaardig dat een ietwat zelfgenoegzame en dominante organisatie openstaat voor vernieuwing, maar vooralsnog is slechts beperkt out-of-the-inzamelbox gedacht. Een drietal observaties en suggesties.

Materiaal hergebruik domineert het denken

Dat is precies wat NVMP al jaren doet. Product hergebruik en alternatieven gebruikers concepten zijn echter onmisbaar als je je verbindt met circulaire uitgangpunten en schermt met het rapport van de Mc Arthur Foundation zijn. NVMP claimt een hoge recovery rate van grondstoffen, maar een langer gebruik van de grondstoffen is te prevaleren. Zeker omdat een er nog geen procedés en processen zijn om de echt schaarse metalen te hergebruiken. Zoals wordt onderschreven door de ladder van Lansink die in het voorstel uitgebeid wordt gepresenteerd.

In het voorstel krijgen beide concepten echter geen serieuze aandacht. Product hergebruik geeft naast een hogere grondstof efficiëntie voor veel productgroepen een hogere opbrengst waardoor consumenten en inzamellocaties een hogere financiële vergoeding kan worden geboden. Er is ook een wettelijke eis in voorbereiding dat minimaal 10% van de elektronica hergebruikt moet gaan worden. NVMP lijkt echter weinig adoptief ten aanzien van initiatieven die hierin al succesvol zijn. Er is geen enkele commerciële partij geïnterviewd of genoemd en de mogelijkheid wordt niet meegenomen naar retailers terwijl dat de case voor hen veel interessanter zou maken. Als NVMP wil voorkomen dat andere (commerciële) partijen deze krenten uit de pap vissen, dan is het raadzaam ook dit concept in hun denken en doen te integreren. Een snelle en hoogwaardige scheiding van e-waste naar product- en materiaalrecycling verhoogt de opbrengst, de grondstof efficiëntie en de bereidheid van consumenten en inzamelaars om mee te doen.

Dat alternatieve gebruikconcepten niet worden uitgewerkt door NVMP zelf is te begrijpen. Maar van een koepel van alle elektronicafabrikanten zou je toch wel een minimaal een visie of doelstelling op dit gebied verwachten.

‘What is in it for them’

Het is mooi dat onder andere Intergamma en Blokker met een vorm van een inzamelstation voor klein huishoudelijke apparaten starten. Het is echter een niet te onderschatten stap om naar 10.000 winkels te groeien en daar gemiddeld 3.800 Kg op te halen zonder wettelijke afdwinging. Voor een aantal consumenten is het vast een extra service die de drempel verlaagd, maar het zal zeker niet de trigger zijn om alle laden eens te gaan legen. Voor retailers is het zeker onvoldoende voor een lange termijn commitment.

Voorsortering in haar DC levert een winkel volgens de in het voorstel genoemde tarieven €542 bij 3.800 kg en de producten €2 per doos. Terwijl de grondstofopbrengst voor een kilo mobiele telefoons momenteel rond de €18 ligt. Voor deze vergoeding zullen niet al te veel retailers warm lopen. De branche heeft al afwijzend gereageerd op het voorstel om grote elektronica winkels te verplichten alle elektronica terug te nemen.

Om retailers en consumenten te verleiden om aan inzameling mee te doen zal extra waarde moeten worden gecreëerd. Middels product hergebruik, zoals beschreven bij het eerste punt, kan de totale opbrengst en daarmee de bijdrage voor consument en retailer omhoog. Daarnaast zullen inzamelproposities veel meer geïntegreerd moeten worden met het primaire proces van de retailer waardoor ze een plaats krijgen binnen de commerciële activiteiten. Bijvoorbeeld middels integratie met reparatie of verzekering, een combinatie met verhuur, koppeling met retentieprogramma’s of als onderdeel van nieuwe gebruiksconcepten. Dit gaat veel verder dan inzameling op basis van materiaalhergebruik en vraagt onder andere kennis en begrip van retail, breed hergebruik van product en materiaal, flexibele reversed logistics en zakelijke samenwerkingsverbanden. Dat NVMP dit soort concepten in dit stadium niet heeft uitgewerkt is te billijken, maar het naïeve optimisme ten aanzien van de inzamelpunten maakt duidelijk dat ze nog behoorlijk ver van de werkelijkheid af staan.

Regulering of samenwerking

Als je het hele voorstel leest dan ben je geneigd te denken dat NVMP vooral aast op de 31% van de waste die buiten haar om wordt ingezameld. Dit brengt de 85% doelstelling een stuk dichter bij (31 down, 14 to go) en maakt gelijktijdig cherry pickers het leven zuur. Vanzelfsprekend dat illegale export en verwerking uitgesloten moet worden en daar speelt monitoring en handhaving door de overheid een belangrijke rol. Maar een oproep om de overheid ook de rest van de uitdaging laten invullen? Dat is een zwaktebod voor een partij met; €328 miljoen wettelijk afgedwongen geld van consumenten in kas; een monopolie bij gemeenten en; een dominantie positie in de verwerkingsmarkt. Het is duidelijk dat het EU target niet wordt gehaald als het aandeel van de commerciële partijen niet in de statistieken mee gaat. Het is echter niet chique om dit onder het motto van illegale export en suggestie van een laag ambitieniveau van commerciële partijen af te dwingen en de markt verder onder controle te brengen. NVMP heeft met haar prijsgedreven en ietwat rigide tenders een zwaar stempel op de verwerkingsmarkt gedrukt. Nu wordt een andere rol gevraagd waarin samenwerking met deze zelfde partijen benodigd is en ieder haar rol invult. Net als bij de twee eerder punten vraagt dat een veel inventievere en coöperatieve opstelling van de vereniging. Een opstelling die wat mij betreft ook meer past bij een gezamenlijk streven naar een meer circulaire economie en een duurzame wereld.

Afval bestaat steeds meer

De prijs die de planeet betaalt voor de stijgende welvaart kan eigenlijk niet beter worden getoond dan met de enorme groei van de mondiale afvalberg. De getallen uit het Wereldbank rapport “What a Waste” zijn nauwelijks te bevatten. Vandaag produceren alle stadsbewoners 1,3 miljard ton afval per jaar, worden in Amerika 3 miljoen vellen papier per minuut weggegooid en wordt in de Westerse wereld 770 kilo afval per persoon per jaar geproduceerd. “What an opportunity” voor iedereen die oprecht gelooft dat afval niet bestaat.

1,3 miljard ton per jaar staat ongeveer gelijk aan het gewicht van een miljard auto’s en komt neer op 440 kilo per persoon. Verwerking kost ongeveer $200 miljard per jaar. En dat groeit gestaag. Enerzijds door een groei van de stedelijke bevolking en anderzijds door een toename van het aantal kilo afval (het gaat hier alleen om vuilnis) per persoon. 10 jaar geleden was het totaal nog ongeveer de helft en in deze eeuw groeit het naar verwachting met een factor vier.

Uitdaging voor steden in ontwikkelingslanden

Deze groei vormt direct een enorme  uitdaging voor het bestuur van snel groeiende steden in ontwikkelingslanden. Goede verwerking van afval is één van de meest elementaire overheidsdienst om te regelen. Slechte verwerking geeft gezondheidsrisico’s, maar goede verwerking vraagt om veel middelen. Vaak zijn de afvaldiensten de grootste werkgever in een stad en is veel materiaal en ruimte nodig voor verwerking hetgeen om een functionerend overheidsapparaat vraagt.  Een eerste test nog voor onderwijs, gezondheidszorg en andere belangrijke voorzieningen gerealiseerd worden. Naar verwachting groeien de mondiale kosten tot bijna $400 miljard per jaar in 2025 en komt een grotendeels voor rekening van ontwikkelende steden.

Cijfers over afval

Het rapport bulkt van de cijfers en maakt verdeling naar onder andere; regio; gemiddeld inkomen; verwerkingsoptie; materiaal soort. Interessante gegevens volgens logische lijnen; rijke landen hebben meer afval dan arme landen; groei is veel groter in ontwikkelende landen; veel organische materiaal voor lage inkomens, veel metaal en papier voor hoge inkomens; een hoger percentage inzameling en verantwoorde verwerking in OECD dan in ontwikkelingslanden.

Afval hiërarchie en de oplossing

Hierna wordt de afval hiërarchie gepresenteerd hoe op een goede manier met de enorme hoeveelheden om te gaan. Deze hiërarchie vertoont overigens veel overeenkomsten met de ladder van Lansink. Los van de verwachte groei is het gegeven de gigantische tonnages en het grote percentage dat terechtkomt op de vuilnisbelt of wordt gedumpt (meer dan 50%) is het relevant om hiermee aan de slag te gaan.

Dan moet deze hiërarchie echter wel toegepast worden op de sterk verschillende situaties in verschillende regio’s. In het Westen wordt bijvoorbeeld ongeveer 20% van het gerecycled en nog eens 20% wordt gaat in de verbrandingsoven voor het opwekken van energie. Lijkt mooi, maar als je bedenkt dat ruim 30% van het afval papier en karton is van onder andere verpakkingen, dan zou je bijvoorbeeld toch een hoger resultaat op reduce en reuse  verwachten. In laag inkomen landen wordt slechts 5% gerecycled, maar dat is wellicht logisch als 64% van het afval organische van aard is. Het rapport komt met generieke oplossingen, maar weet die slechts beperkt te combineren met de specifieke afvalsamenstelling en structuur in de verschillende regio’s. Dit is dan ook een complexe vraag die ook in deze blog niet wordt opgelost, maar wel extreem relevant is wanneer je op zoek bent naar een systeem zonder afval.

Tekort aan zink kost leven

Dit wereldwijde probleem wordt aangekaart in een publicatie van het Platform Landbouw, Innovatie & Samenleving waarin veel kernbegrippen van Circulaire zitten opgesloten; grondstofschaarste, innovatie, maatschappelijke urgentie, exportkansen, gebrekkig beleid in een case. Een tekort aan de beschikbaarheid van de micronutriënten zink en seleen in de landbouw brengt de gezondheid van grote groepen mensen in gevaar en leidt nu al tot evenveel jaarlijkse slachtoffers als malaria. Het zou mooi zijn als daar circulaire oplossingen voor zijn te ontwikkelen.

 

Het persbericht en rapport geven een uitgebreid inzicht in dit probleem. In deze blog vooral aandacht voor de circulaire elementen en kansen die ontstaan als je oplossingen gaat ontwikkelen. Eén derde van het wereldlandbouwareaal in met name ontwikkelingslanden kampt met een tekort aan zink en seleen, hetgeen de landbouwproductie beperkt. Dit komt door zowel natuurlijke armoede van de grond als door een teveel aan fosfaat uit met name kunstmest. Door gebrek aan zink sterven naar schatting 800.000 mensen per jaar terwijl ongeveer 30% van de vrouwen die wereldwijd borstvoeding geven een tekort aan seleen hebben. Dit gezondheidsprobleem krijgt nauwelijks aandacht terwijl de sterfte gelijk is aan die van malaria.

 

Tekorten in de grond kunnen kunstmatig worden aangevuld. En daar komt het circulaire element om de hoek. Volgens Amerikaanse bronnen is de zinkvoorraad nog goed voor 21 jaar huidig gebruik. Het valt te verwachten dat er nieuwe bronnen worden ontdekt. Dit zijn echter marginale bronnen waarvan winning meer energie, water en geld zal kosten. De prijzen zullen stijgen en de kans op hevige prijsschommelingen neemt toe. In zo’n situatie ontstaan twee extra risico’s; landbouw wordt vanuit de veel kapitaalkrachtigere industrie weggeconcurreerd en; grondstofrijke landen gaan exportbeperkingen opleggen. Dit laatste gebeurt bijvoorbeeld al bij aardmetalen. Met combinatie van deze factoren neemt het tekort voor landbouw en daarmee het gezondheidsrisico verder toe.

 

Dat lijkt maatschappelijk ongewenst en vraagt om maatregelen. Ook voor de EU dat maar 4% van de wereldvoorraden van de belangrijkste micronutriënten bezit. Vanuit EU perspectief is het belangrijk om de afhankelijkheid van importen terug te dringen en vanuit gezondheidsperspectief om een deel van de voorraden beschikbaar te hebben voor landbouw. In het landbouwbeleid van de EU ontbreekt het risico van schaarse grondstoffen en in het grondstoffenbeleid is landbouw niet meegenomen. Het platform pleit dan om dit op de politieke agenda te zetten.

 

Beleid is een, maar wat kan er vanuit de economie worden ontwikkeld. In de landbouw is vermindering en substitutie niet mogelijk, in de industrie wel. Voor de industrie liggen er daarom een uitdagingen in het verminderen van de vraag. Dit kan door efficiënter gebruik door proces innovaties. In veevoer wordt bijvoorbeeld wel tot vijf maal meer zink toegevoegd dan vanuit voedertechnisch oogpunt noodzakelijk is. Recycling en hergebruik ligt vooral voor de hand door kringlopen te sluiten in productie en mest- en afvalwater. Bij stijgende prijzen zou dit een interessante business case kunnen opleveren. In substitutie lijkt de grootste kans te liggen en worden twee concrete voorbeelden genoemd; alternatieven voor zink bij galvanisering van staal, en voor seleen in glas en dunne-laagzonnecellen. Dit vraagt om innovaties, maar de suggestie wordt gewekt dat die binnen bereik liggen. Dit geeft kansen. Een aantrekkelijke uitdaging voor ondernemers om interessante producten of diensten te ontwikkelen voor een wereldmarkt waarmee ook nog een bijdrage kan worden geleverd aan de wereldwijde voedselzekerheid.