Reversed Concepts stimuleert bedrijven om circulaire producten in de markt te zetten

 

“Circular Design: it starts with business” was de boodschap van DRIVE festival op 22 oktober 2015 met Conny Bakker, Fairphone, Pieter van Os, Brink Industrial BV en de winnaar van de studentenwedstrijd Circular Design Cases. Festival DRIVE was onderdeel van de Dutch Design Week 2015 in Eindhoven.


De dag stond compleet in het thema van ‘Circulaire Economie’ en werd afgetrapt door keynote speakers Conny Bakker (TU Delft), Pieter van Os (Reversed Concepts) en Miquel Ballester (Fairphone). Zij gaven inzicht in de interactie die ontstaat tussen business en ontwerp zodra je circulair gaat ontwerpen.

 

Kan je business creëren door middel van circulair ontwerpen? Hoe kunnen ontwerpers het verschil maken in de ontwikkeling naar een circulaire economie? Welke kennis bestaat er al over circulair ontwerpen? DRIVE Circular Economy beantwoordde deze vragen met behulp van business modellen, ontwerp strategieën, interactieve workshops en resultaten van het project CIRCO‘creating business through circular design’.

.

Reversed Concepts faciliteerde een interactieve workshop over circulair ontwerpen. Gebaseerd op de boodschap dat circulaire economie zakelijke kansen creëert, geeft deze workshop bedrijven en ontwerpers een supersnelle introductie over de principes en kansen van circulaire economie. Zij pasten circulaire business modellen en ontwerp strategieën direct toe op hun eigen product, om zo een start te maken met een circulaire business case.

 

De winnaar van de Circular Design Cases, Kinge Gardien, pitchte haar concept voor een circulaire hockeystick voor de jeugd. Bestaande uit een lease-constructie, profiteert het business model van een lange levensduur van de hockeystick. Hiervoor ontwierp Kinge een ‘sleeve’ die gepersonaliseerd kan worden. Kinderen kiezen elk jaar een nieuwe kleur of print, waarmee hun hockeystick wordt beschermd.

 

Interview DuurzaamPlus

Op 1 oktober publiceerde DuurzaamPlus een interview met Pieter van Os van Reversed Concepts, waarin alle ondernemingen van CIRCO creating business through circular design de revue passeren.

 

Met als titel ‘CIRCO schept duurzame business in circulaire economie’ ligt de focus terecht op het creëren van business opportunities. “In de circulaire economie is het voortaan de vraag: Waar zit de waarde-vernietiging en hoe kunnen we daar juist waarde uithalen? Die waarde ontsluiten creëert nieuwe business.”

 

“Maar wat is circulair design en wat kan dat bijdragen aan veranderingen? CIRCO kijkt anders naar het product door de keten om te draaien. Door te beginnen aan het einde van de levenscyclus van het product, denk je de andere kant op, maar volgens Van Os is dat voor bedrijven best moeilijk. “Het lijkt nogal rigoureus, maar kan verrassende efficiency binnen het bedrijfsproces opleveren. Iets opnieuw ontwerpen zodat het nieuwe (deel)producten en diensten oplevert, zoals service of leasen, is spannend en uitdagend.” Deze manier van denken brengt de verantwoordelijkheid meer terug bij de ontwerpers.”

CIRCO studentencompetitie

Stem op uw favoriete circulaire herontwerp!

 

De zeven studenten die deelnamen aan de Circular Design Cases zijn in de race voor de Best Circular Design Case. De winnaar van de studentenwedstrijd wordt door u gekozen!

Hier presenteren de zeven studenten van TU Delft het herontwerp van hun product. Op deze pagina brengt u uw stem uit op uw favoriete circulaire herontwerp. De winnaar zal op 22 oktober tijdens het design, research & innovation festival DRIVE bekend worden gemaakt, als onderdeel van de Dutch Design Week 2015 in Eindhoven.

Circulair ontwerp als motor voor innovatie

Circulair design als motor voor innovatie was een geslaagd evenement waarin theorie, praktijk en visie over circulair ontwerpen bij elkaar kwamen. De bijeenkomst vond donderdag 10 september 2015 plaats op New Energy Docks in Amsterdam, georganiseerd door Amsterdam Economic Board en gemeente Amsterdam. We delen de boodschap graag ook hier. Het was een inspirerende middag over circulair ondernemen, wat bedrijven de mogelijkheid biedt om zorgvuldiger met grondstoffen en materialen om te gaan en tegelijkertijd nieuwe businesskansen te creëren.

 

 

 

Inspirerende sprekers

Oud-minister en duurzaamheidsexpert Jacqueline Cramer vertelde met passie over de ambities en aanpak van Amsterdam Economic Board om de Metropoolregio Amsterdam te ontwikkelen tot circulaire hotspot. Pieter van Os doopte het publiek onder in een lading van kennis over duurzame businessmodellen en ontwerpstrategieën die in het project CIRCO centraal staan. Deze modellen en strategieën stimuleren deelnemers van de CIRCO Circular Business Design Track om producten te herontwerpen en nieuwe businessmodellen te overwegen. Het beste resultaat: ga gewoon aan de slag!

 

De nieuwe informatie kwam tot leven in de matching game van Circle Economy, waarin deelnemers bestaande circulaire producten koppelen aan de toegepaste ontwerpstrategie en businessmodel. Het verhaal van Reinier de Boer van ontwerpbureau Lune, tot slot, inspireerde door te illustreren hoe pioniers circulaire ontwerpen in de markt zetten, zoals een afvalbak. Hij benadrukte dat het meeste resultaat wordt behaald door gewoon aan de slag te gaan. Al doende leert men.

.

 

Circular Design Cases voltooid

In april berichtte Reversed Concepts over de start van de Circular Design Cases. Zeven gemotiveerde studenten van de TU Delft gingen (iconische) producten circulair herontwerpen  als deel van CIRCO creating business through design, gecoördineerd door Reversed Concepts.

 

In het project hebben studenten het Products that Last framework toegepast en gevalideerd. Tegelijkertijd identificeerden, analyseerden en presenteerden zij internationale circulaire producten en business voorbeelden als inspiratie.

 

Het proces verliep heel anders dan een ‘normaal’ ontwerpproces. Al bij de analyse van het product bleek het belangrijk om andere vragen te stellen, dan gebruikelijk is. Het is bijvoorbeeld cruciaal om te ontdekken waarom een product wordt afgedankt en wat er dan mee gebeurt. Dit vraagt een ontwerper zich in een doorsnee analyse niet af.

 

Vervolgens bleek het formuleren van een circular design challenge cruciaal. Hierin stelden de studenten zichzelf een doel waaraan het herontwerp moest voldoen. Door dit doel expliciet te formuleren breng je focus aan in het ontwerpproces en kan je je resultaten ijken. Gedurende het ontwerpproces controleert de ontwerper regelmatig of zijn ideeën een oplossing zijn voor de design challenge. Als dat niet het geval is gaat hij op zoek naar andere oplossingen. Echter, wanneer de design challenge niet haalbaar blijkt, past de ontwerper deze aan.

 

Na het vaststellen van de design challenge pasten de studenten circulaire ontwerp strategieën toe om ideeën te genereren. Toen ze deze ideeën toetsten aan de circulaire business modellen, bleek dat veel ideeën niet kunnen leiden tot een rendabele business case. Dat is frustrerend. Gelukkig leverde deze constatering een iteratie op tussen de business modellen en ontwerp strategieën.

 

Uiteindelijk leverden alle zeven studenten een prototype op waarin het ontwerp van product, dienst en businessmodel geïntegreerd waren. Hun resultaten zijn te zien in dit filmpje, op deze website, op een expositie op de Dutch Design Week en tijdens festival DRIVE. De CIRCO studentencompetitie is gelanceerd en de winnaar zal op 22 oktober bekendgemaakt worden.

 

De kennis die CIRCO en Reversed Concepts met dit project hebben opgedaan delen wij in de vorm van een blogserie op circulairondernemen.nl. Laat uw mening achter op onze LinkedIn groep.

 

Circular Design Cases launched

Next Monday the Circular Design Case will take off with a kick-off meeting in Delft. The coming period ten highly motivated students with various relevant backgrounds will be working on circular redesign of (iconic) products as part of the Circo project coordinated by Reversed Concepts.

 

The project will apply and validate the Products that Last framework in practise by using it extensively in the project. At the same time international circular product and business examples will be identified, analysed and made available. A team of professional designers is going to feed the process with their experience and skills in three workshops (designers are still welcome to particpate via the Circo link above).  All work in progress is going to be made available online. We are preparing the site at the moment and share the link probably next week. The final presentation is planned for July 2nd and we will encourage students afterwards to ‘pimp up’ the results to a level suited for DDW.

 

It is a new and innovative project and we will certainly hit some bumps during the process but I’m confident we have prepared a solid process to gain very useful experience in circular design, to create inspiring cases and to involve talented designers in order to accelerate circular business in The Netherlands (and beyond)

Gezocht; conceptuele ondernemers of ondernemende consultants m / v

Na een heerlijke zomer wordt het tijd om weer te vlammen. Reversed Concepts heeft nog een aantal ambitieuze doelstellingen voor de rest van het jaar en is hiervoor op zoek naar versterking. Dit kan ingevuld worden door conceptuele ondernemers en ondernemende consultants die een zelfstandige bijdrage leveren aan de marktintroductie en groei van een aantal duurzame producten en diensten in onze portfolio.

 

Reversed Concepts initieert en bouwt ondernemingen en activiteiten die een effectievere, innovatievere en eerlijkere inzet grondstof en energie bewerkstellingen. Wij zijn marketeers en business developers, geen technologen. In al onze activiteiten worden we gedreven door een dubbele motivatie. We willen gezonde en winstgevende business opbouwen en gelijktijdig een bijdrage leveren aan een meer duurzame samenleving. Innovatie is hierbij het middel. Door non-lineaire business principes toe te passen en (internet) technologie in te zetten waar relevant.

 

Je past bij ons als je;

  • Niet zo lang geleden een WO / HBO opleiding hebt afgerond
  • Een bedrijfseconomische interesse of achtergrond hebt
  • Intrinsiek gemotiveerd bent om duurzaamheid een stap verder te brengen
  • Over analytische en conceptuele vaardigheden beschikt
  • Nieuwsgierigheid bent
  • Denken en doen combineert

 

Wij passen bij jou als je;

  • Op zoek bent naar een ondernemende omgeving
  • Wilt werken aan nieuw duurzame concepten
  • Directe aansturing en feedback waardeert
  • Breed in de keuken wilt meewerken
  • Floreert als je ruimte krijgt
  • In Amsterdam kan komen werken

Geïnteresseerd? Leuk. Laat dan voor 7 september wat van je horen op info@reversedconcepts.nl.

Lees hier een beknopte beschrijving van onze activiteiten

Sharing als duurzaam marketing concept

Bij de eerste kennismaking met het begrip “collaborative consumption”  ben je wellicht geneigd het wat abstract te vinden en verschijningsvormen vooral als niche te duiden. Er is zelfs nog geen lekkere Nederlandse term voor. Dat blijkt echter in steeds verdergaan mate niet terecht te zijn. Er is inmiddels een hele reeks partijen actief met serieuze proposities die steeds meer klanten aan zich weten te binden. Inspirerende voorbeelden. Interessant is echter dat hun succes ondersteund worden door consumententrends en daarom wel eens substantieel kan zijn. Ook de relevantie neemt toe. Sommige categorieën van duurzame consumenten producten voelen de eerste gevolgen van collaboratieve proposities en binnen het circulaire denken vormt intensiever gebruik van producten door gedeeld gebruik een belangrijke dimensie van verduurzaming.

Wat is collaborative consumption

Ted over collaborative consumption
Ted over collaborative consumption

Het speelveld is nog volop in ontwikkeling. Om het toch te duiden, vind je hier eerst een beknopt theoretisch kader met voorbeelden en de onderliggende trends. In het volgende blog over dit onderwerp wordt een lange lijst met voorbeelden van nationale en internationale collaboratieve proposities gegeven met uitleg en verdere verwijzingen. In een HBR artikel uit 2011 wordt “collaborative consumption” gedefinieerd als;  “systems of organized sharing, bartering, lending, trading, renting, gifting, and swapping”. Belangrijke eigenschap is dat de gebruiker van een goed vaak niet het eigendom van het goed heeft. In het HBR-artikel wordt een indeling naar drie categorieën gemaakt;

  1. Product service system; producten worden als een dienst aangeboden en niet verkocht aan de gebruiker of een gebruiker deelt zijn product met een ander. Op Spotify (premium) krijg je bijvoorbeeld toegang tot muziek als dienst, maar word je geen eigenaar van de CD.
  2. Redistribution markten; gebruikte of preowned producten worden weggehaald op plaatsen waar ze niet meer gebruikt worden en elders ingezet. Feitelijk vervullen Marktplaats en eBay ook een dergelijke functie.
  3. Collaborative lifestyle; , mensen met een soortgelijke behoefte of interesse vinden elkaar om minder tastbare zaken als tijd, ruimte, vaardigheden en geld te delen of uit te wisselen. Dit is een wat abstracte omschrijving, maar met voorbeelden wordt het al snel concreet. Hierin passen locale initiatieven zoals de zorgcoöperaties die in kleine dorpen worden opgezet en allerlei vormen waarin kantoorruimte wordt gedeeld. Daarnaast zijn er mondiale vormen als Airbnb waarin overnachtingen bij mensen thuis mogelijk worden gemaakt en Zopa en Lending Club waarbij mensen direct onderling geld lenen.

 Nederlandse voorbeelden

In Nederland zijn er enkele bedrijven met proposities voor consumenten. Snapp car en Wego zijn diensten waarbij  consumenten tegen betaling auto’s van elkaar gebruiken. Deze vallen in de eerste categorie. Na het huis is de auto de grootste investering van de meeste gezinnen terwijl het product slechts 7% van de tijd gebruikt wordt. Veel tijd dus waarin anderen er gebruik van kunnen maken. Het bereik van beide aanbieders is nog klein in vergelijking met bijvoorbeeld het Engels Whipcar, maar Snapp car wordt wel ondersteund door onder andere de ANWB, Rabobank, Athlon en Achmea. Een voorbeeld van redistibution is het bedrijf Techreturns. Het bedrijf koopt gebruikte elektronica van consumenten en bedrijven en  zorgt dat die een nieuwe gebruiker krijgen. Deels in Europa, maar ook in Azië en Afrika. De gebruiksduur van bijvoorbeeld mobiele telefoons wordt hiermee in Afrika met gemiddeld 4 jaar verlengd tegen een gemiddeld ‘eerste leven’ van 18 maanden in Nederland.

In de b2b markt is Floow2 een sterke speler uit Nederland. Zij bieden een marktplaats waar bedrijven in de bouw, infrastructuur en agrarische sector materiaal en kennis en kunde van medewerkers onderling kunnen verhuren. De materiaaldiensten van grote partijen als TBI en Volker Wessels brengen materieel in om een hogere bezetting te realiseren. Dit leidt gelijktijdig tot een effectiever inzet van het materieel en dus de grondstoffen en energie die ervoor gebruikt zijn.

Meer buitenlandse voorbeelden zullen gegeven worden in het volgende blog.

Ondersteunende trends

Het ligt voor de hand om te veronderstellen dat het succes van collaboratieve proposities te maken heeft met de crisis. Het zal deels een factor zijn dat consumenten en bedrijven hun besteden zorgvuldiger afwegen of op zoek zijn naar extra inkomsten. Toch zijn er minimaal drie onderliggende trends die er op wijzen dat collaborative systemen ook in economisch beter tijden relevantie zullen hebben.

Eén ontwikkeling is dat het feitelijk bezit van zaken minder belangrijk aan het worden voor jonge mensen. Het wordt veel relevanter om de functionaliteit te gebruiken op het moment dat je die nodig hebt. Zo vinden studenten en net afgestudeerden het steeds minder belangrijk om een auto te bezitten als ze maar mobiel zijn of met andere in contact kunnen komen als ze dat nodig vinden. deels door gebruik te maken van alternatieve mobiliteit en deels door contact op andere (digitale) wijze te onderhouden. Delen krijgt een hele andere dimensie voor de internet generatie die veel informatie deelt op social media, gewend is aan diensten als Spotify, gewend is aan allerlei applicaties waarbij je de content niet bezit en kan denken in open source termen zoals bijvoorbeeld bij Linux en Wikipedia.

Een ander element is dat mensen veel meer met ‘onbekenden’ verbonden zijn via allerlei online netwerken. In korte tijd en met weinig stappen kan je je verbonden voelen met iemand aan het andere eind van de wereld. Online deel je al snel zaken en het is een relatief kleine stap om dan ook fysieke zaken te delen. In het garanderen van betrouwbaarheid van een gebruiker ligt een van de grootste uitdagingen voor collaboratieve dienstverleners, maar ook hier helpt de groeiende digitale verbondenheid.

Naast bovenstaande door internet gefaciliteerde ontwikkelingen, ontstaat er ook een tegenreactie op de vergaande individualisering in de samenleving. Groepen consumenten keren zich deels af van grote logge en onpersoonlijke internationale bedrijven. Daarnaast valt er ook een behoefte waar te nemen om weer dingen samen in de buurt te doen. Deels uit noodzaak omdat de overheid zich terugtrekt, maar ook vanuit een sociale behoefte. Energiecoöperaties waarin groepen burgers gezamenlijk locale (duurzame) energieopwekking realiseren dragen beide motieven in zich. Deelnemers willen onafhankelijk zijn van dominante energiemaatschappijen die maar mondjesmaat verduurzamen, maar ook de lokale verbondenheid is een heel sterk element. De weerstand die de financiële sector heeft opgeroepen , vertaalt zich ook naar nieuwe financieringsvormen als bijvoorbeeld crowdfunding en schept ruimte voor dienstverleners als Zopa.

Deze trends zijn geen garantie voor succes voor collaboratieve initiatieven, maar geven wel aan dat aansluiten op een bredere maatschappelijke context. Tegelijkertijd zijn er ook nog veel uitdagingen om de concepten geschikt te maken voor de mass markt en is een deel van de initiatieven al op de klippen gelopen.

Out-of-the-inzamelbox voor NVMP

De vereniging NVMP kwam gisteren met haar voorstel om inzameling van oude elektronica producten toekomstbestendig te maken en te conformeren naar verhoogde Europese doelstellingen. De oude lijn van kilo-denken en milieu argumenten wordt in woord losgelaten en voorzichtig vervangen door moderne termen als circulaire en recovery rate. Toch krijg ik vooral het idee dat ik een offerte van een timmerman lees die ieder probleem met hamer en spijker kan oplossen, terwijl het toch echt om een lekkende CV gaat.

Er lijkt beweging te zitten in de houding van NVMP. Nederland is in Europa van een voorloper op het gebied van inzameling teruggevallen naar een middenmoter en aangekondigde Europese regelgeving en doelstellingen leggen druk op de toekomst. Het is prijzenswaardig dat een ietwat zelfgenoegzame en dominante organisatie openstaat voor vernieuwing, maar vooralsnog is slechts beperkt out-of-the-inzamelbox gedacht. Een drietal observaties en suggesties.

Materiaal hergebruik domineert het denken

Dat is precies wat NVMP al jaren doet. Product hergebruik en alternatieven gebruikers concepten zijn echter onmisbaar als je je verbindt met circulaire uitgangpunten en schermt met het rapport van de Mc Arthur Foundation zijn. NVMP claimt een hoge recovery rate van grondstoffen, maar een langer gebruik van de grondstoffen is te prevaleren. Zeker omdat een er nog geen procedés en processen zijn om de echt schaarse metalen te hergebruiken. Zoals wordt onderschreven door de ladder van Lansink die in het voorstel uitgebeid wordt gepresenteerd.

In het voorstel krijgen beide concepten echter geen serieuze aandacht. Product hergebruik geeft naast een hogere grondstof efficiëntie voor veel productgroepen een hogere opbrengst waardoor consumenten en inzamellocaties een hogere financiële vergoeding kan worden geboden. Er is ook een wettelijke eis in voorbereiding dat minimaal 10% van de elektronica hergebruikt moet gaan worden. NVMP lijkt echter weinig adoptief ten aanzien van initiatieven die hierin al succesvol zijn. Er is geen enkele commerciële partij geïnterviewd of genoemd en de mogelijkheid wordt niet meegenomen naar retailers terwijl dat de case voor hen veel interessanter zou maken. Als NVMP wil voorkomen dat andere (commerciële) partijen deze krenten uit de pap vissen, dan is het raadzaam ook dit concept in hun denken en doen te integreren. Een snelle en hoogwaardige scheiding van e-waste naar product- en materiaalrecycling verhoogt de opbrengst, de grondstof efficiëntie en de bereidheid van consumenten en inzamelaars om mee te doen.

Dat alternatieve gebruikconcepten niet worden uitgewerkt door NVMP zelf is te begrijpen. Maar van een koepel van alle elektronicafabrikanten zou je toch wel een minimaal een visie of doelstelling op dit gebied verwachten.

‘What is in it for them’

Het is mooi dat onder andere Intergamma en Blokker met een vorm van een inzamelstation voor klein huishoudelijke apparaten starten. Het is echter een niet te onderschatten stap om naar 10.000 winkels te groeien en daar gemiddeld 3.800 Kg op te halen zonder wettelijke afdwinging. Voor een aantal consumenten is het vast een extra service die de drempel verlaagd, maar het zal zeker niet de trigger zijn om alle laden eens te gaan legen. Voor retailers is het zeker onvoldoende voor een lange termijn commitment.

Voorsortering in haar DC levert een winkel volgens de in het voorstel genoemde tarieven €542 bij 3.800 kg en de producten €2 per doos. Terwijl de grondstofopbrengst voor een kilo mobiele telefoons momenteel rond de €18 ligt. Voor deze vergoeding zullen niet al te veel retailers warm lopen. De branche heeft al afwijzend gereageerd op het voorstel om grote elektronica winkels te verplichten alle elektronica terug te nemen.

Om retailers en consumenten te verleiden om aan inzameling mee te doen zal extra waarde moeten worden gecreëerd. Middels product hergebruik, zoals beschreven bij het eerste punt, kan de totale opbrengst en daarmee de bijdrage voor consument en retailer omhoog. Daarnaast zullen inzamelproposities veel meer geïntegreerd moeten worden met het primaire proces van de retailer waardoor ze een plaats krijgen binnen de commerciële activiteiten. Bijvoorbeeld middels integratie met reparatie of verzekering, een combinatie met verhuur, koppeling met retentieprogramma’s of als onderdeel van nieuwe gebruiksconcepten. Dit gaat veel verder dan inzameling op basis van materiaalhergebruik en vraagt onder andere kennis en begrip van retail, breed hergebruik van product en materiaal, flexibele reversed logistics en zakelijke samenwerkingsverbanden. Dat NVMP dit soort concepten in dit stadium niet heeft uitgewerkt is te billijken, maar het naïeve optimisme ten aanzien van de inzamelpunten maakt duidelijk dat ze nog behoorlijk ver van de werkelijkheid af staan.

Regulering of samenwerking

Als je het hele voorstel leest dan ben je geneigd te denken dat NVMP vooral aast op de 31% van de waste die buiten haar om wordt ingezameld. Dit brengt de 85% doelstelling een stuk dichter bij (31 down, 14 to go) en maakt gelijktijdig cherry pickers het leven zuur. Vanzelfsprekend dat illegale export en verwerking uitgesloten moet worden en daar speelt monitoring en handhaving door de overheid een belangrijke rol. Maar een oproep om de overheid ook de rest van de uitdaging laten invullen? Dat is een zwaktebod voor een partij met; €328 miljoen wettelijk afgedwongen geld van consumenten in kas; een monopolie bij gemeenten en; een dominantie positie in de verwerkingsmarkt. Het is duidelijk dat het EU target niet wordt gehaald als het aandeel van de commerciële partijen niet in de statistieken mee gaat. Het is echter niet chique om dit onder het motto van illegale export en suggestie van een laag ambitieniveau van commerciële partijen af te dwingen en de markt verder onder controle te brengen. NVMP heeft met haar prijsgedreven en ietwat rigide tenders een zwaar stempel op de verwerkingsmarkt gedrukt. Nu wordt een andere rol gevraagd waarin samenwerking met deze zelfde partijen benodigd is en ieder haar rol invult. Net als bij de twee eerder punten vraagt dat een veel inventievere en coöperatieve opstelling van de vereniging. Een opstelling die wat mij betreft ook meer past bij een gezamenlijk streven naar een meer circulaire economie en een duurzame wereld.

Afval bestaat steeds meer

De prijs die de planeet betaalt voor de stijgende welvaart kan eigenlijk niet beter worden getoond dan met de enorme groei van de mondiale afvalberg. De getallen uit het Wereldbank rapport “What a Waste” zijn nauwelijks te bevatten. Vandaag produceren alle stadsbewoners 1,3 miljard ton afval per jaar, worden in Amerika 3 miljoen vellen papier per minuut weggegooid en wordt in de Westerse wereld 770 kilo afval per persoon per jaar geproduceerd. “What an opportunity” voor iedereen die oprecht gelooft dat afval niet bestaat.

1,3 miljard ton per jaar staat ongeveer gelijk aan het gewicht van een miljard auto’s en komt neer op 440 kilo per persoon. Verwerking kost ongeveer $200 miljard per jaar. En dat groeit gestaag. Enerzijds door een groei van de stedelijke bevolking en anderzijds door een toename van het aantal kilo afval (het gaat hier alleen om vuilnis) per persoon. 10 jaar geleden was het totaal nog ongeveer de helft en in deze eeuw groeit het naar verwachting met een factor vier.

Uitdaging voor steden in ontwikkelingslanden

Deze groei vormt direct een enorme  uitdaging voor het bestuur van snel groeiende steden in ontwikkelingslanden. Goede verwerking van afval is één van de meest elementaire overheidsdienst om te regelen. Slechte verwerking geeft gezondheidsrisico’s, maar goede verwerking vraagt om veel middelen. Vaak zijn de afvaldiensten de grootste werkgever in een stad en is veel materiaal en ruimte nodig voor verwerking hetgeen om een functionerend overheidsapparaat vraagt.  Een eerste test nog voor onderwijs, gezondheidszorg en andere belangrijke voorzieningen gerealiseerd worden. Naar verwachting groeien de mondiale kosten tot bijna $400 miljard per jaar in 2025 en komt een grotendeels voor rekening van ontwikkelende steden.

Cijfers over afval

Het rapport bulkt van de cijfers en maakt verdeling naar onder andere; regio; gemiddeld inkomen; verwerkingsoptie; materiaal soort. Interessante gegevens volgens logische lijnen; rijke landen hebben meer afval dan arme landen; groei is veel groter in ontwikkelende landen; veel organische materiaal voor lage inkomens, veel metaal en papier voor hoge inkomens; een hoger percentage inzameling en verantwoorde verwerking in OECD dan in ontwikkelingslanden.

Afval hiërarchie en de oplossing

Hierna wordt de afval hiërarchie gepresenteerd hoe op een goede manier met de enorme hoeveelheden om te gaan. Deze hiërarchie vertoont overigens veel overeenkomsten met de ladder van Lansink. Los van de verwachte groei is het gegeven de gigantische tonnages en het grote percentage dat terechtkomt op de vuilnisbelt of wordt gedumpt (meer dan 50%) is het relevant om hiermee aan de slag te gaan.

Dan moet deze hiërarchie echter wel toegepast worden op de sterk verschillende situaties in verschillende regio’s. In het Westen wordt bijvoorbeeld ongeveer 20% van het gerecycled en nog eens 20% wordt gaat in de verbrandingsoven voor het opwekken van energie. Lijkt mooi, maar als je bedenkt dat ruim 30% van het afval papier en karton is van onder andere verpakkingen, dan zou je bijvoorbeeld toch een hoger resultaat op reduce en reuse  verwachten. In laag inkomen landen wordt slechts 5% gerecycled, maar dat is wellicht logisch als 64% van het afval organische van aard is. Het rapport komt met generieke oplossingen, maar weet die slechts beperkt te combineren met de specifieke afvalsamenstelling en structuur in de verschillende regio’s. Dit is dan ook een complexe vraag die ook in deze blog niet wordt opgelost, maar wel extreem relevant is wanneer je op zoek bent naar een systeem zonder afval.