Op 1 oktober publiceerde DuurzaamPlus een interview met Pieter van Os van Reversed Concepts, waarin alle ondernemingen van CIRCO creating business through circular design de revue passeren.
Met als titel ‘CIRCO schept duurzame business in circulaire economie’ ligt de focus terecht op het creëren van business opportunities. “In de circulaire economie is het voortaan de vraag: Waar zit de waarde-vernietiging en hoe kunnen we daar juist waarde uithalen? Die waarde ontsluiten creëert nieuwe business.”
“Maar wat is circulair design en wat kan dat bijdragen aan veranderingen? CIRCO kijkt anders naar het product door de keten om te draaien. Door te beginnen aan het einde van de levenscyclus van het product, denk je de andere kant op, maar volgens Van Os is dat voor bedrijven best moeilijk. “Het lijkt nogal rigoureus, maar kan verrassende efficiency binnen het bedrijfsproces opleveren. Iets opnieuw ontwerpen zodat het nieuwe (deel)producten en diensten oplevert, zoals service of leasen, is spannend en uitdagend.” Deze manier van denken brengt de verantwoordelijkheid meer terug bij de ontwerpers.”
Stem op uw favoriete circulaire herontwerp!
De zeven studenten die deelnamen aan de Circular Design Cases zijn in de race voor de Best Circular Design Case. De winnaar van de studentenwedstrijd wordt door u gekozen!
Hier presenteren de zeven studenten van TU Delft het herontwerp van hun product. Op deze pagina brengt u uw stem uit op uw favoriete circulaire herontwerp. De winnaar zal op 22 oktober tijdens het design, research & innovation festival DRIVE bekend worden gemaakt, als onderdeel van de Dutch Design Week 2015 in Eindhoven.
Circulair design als motor voor innovatie was een geslaagd evenement waarin theorie, praktijk en visie over circulair ontwerpen bij elkaar kwamen. De bijeenkomst vond donderdag 10 september 2015 plaats op New Energy Docks in Amsterdam, georganiseerd door Amsterdam Economic Board en gemeente Amsterdam. We delen de boodschap graag ook hier. Het was een inspirerende middag over circulair ondernemen, wat bedrijven de mogelijkheid biedt om zorgvuldiger met grondstoffen en materialen om te gaan en tegelijkertijd nieuwe businesskansen te creëren.
Inspirerende sprekers
Oud-minister en duurzaamheidsexpert Jacqueline Cramer vertelde met passie over de ambities en aanpak van Amsterdam Economic Board om de Metropoolregio Amsterdam te ontwikkelen tot circulaire hotspot. Pieter van Os doopte het publiek onder in een lading van kennis over duurzame businessmodellen en ontwerpstrategieën die in het project CIRCO centraal staan. Deze modellen en strategieën stimuleren deelnemers van de CIRCO Circular Business Design Track om producten te herontwerpen en nieuwe businessmodellen te overwegen. Het beste resultaat: ga gewoon aan de slag!
De nieuwe informatie kwam tot leven in de matching game van Circle Economy, waarin deelnemers bestaande circulaire producten koppelen aan de toegepaste ontwerpstrategie en businessmodel. Het verhaal van Reinier de Boer van ontwerpbureau Lune, tot slot, inspireerde door te illustreren hoe pioniers circulaire ontwerpen in de markt zetten, zoals een afvalbak. Hij benadrukte dat het meeste resultaat wordt behaald door gewoon aan de slag te gaan. Al doende leert men.
.
In april berichtte Reversed Concepts over de start van de Circular Design Cases. Zeven gemotiveerde studenten van de TU Delft gingen (iconische) producten circulair herontwerpen als deel van CIRCO creating business through design, gecoördineerd door Reversed Concepts.
In het project hebben studenten het Products that Last framework toegepast en gevalideerd. Tegelijkertijd identificeerden, analyseerden en presenteerden zij internationale circulaire producten en business voorbeelden als inspiratie.
Het proces verliep heel anders dan een ‘normaal’ ontwerpproces. Al bij de analyse van het product bleek het belangrijk om andere vragen te stellen, dan gebruikelijk is. Het is bijvoorbeeld cruciaal om te ontdekken waarom een product wordt afgedankt en wat er dan mee gebeurt. Dit vraagt een ontwerper zich in een doorsnee analyse niet af.
Vervolgens bleek het formuleren van een circular design challenge cruciaal. Hierin stelden de studenten zichzelf een doel waaraan het herontwerp moest voldoen. Door dit doel expliciet te formuleren breng je focus aan in het ontwerpproces en kan je je resultaten ijken. Gedurende het ontwerpproces controleert de ontwerper regelmatig of zijn ideeën een oplossing zijn voor de design challenge. Als dat niet het geval is gaat hij op zoek naar andere oplossingen. Echter, wanneer de design challenge niet haalbaar blijkt, past de ontwerper deze aan.
Na het vaststellen van de design challenge pasten de studenten circulaire ontwerp strategieën toe om ideeën te genereren. Toen ze deze ideeën toetsten aan de circulaire business modellen, bleek dat veel ideeën niet kunnen leiden tot een rendabele business case. Dat is frustrerend. Gelukkig leverde deze constatering een iteratie op tussen de business modellen en ontwerp strategieën.
Uiteindelijk leverden alle zeven studenten een prototype op waarin het ontwerp van product, dienst en businessmodel geïntegreerd waren. Hun resultaten zijn te zien in dit
filmpje, op deze
website, op een
expositie op de Dutch Design Week en tijdens
festival DRIVE. De
CIRCO studentencompetitie is gelanceerd en de winnaar zal op 22 oktober bekendgemaakt worden.
De kennis die CIRCO en Reversed Concepts met dit project hebben opgedaan delen wij in de vorm van een blogserie op circulairondernemen.nl. Laat uw mening achter op onze LinkedIn groep.
Next Monday the Circular Design Case will take off with a kick-off meeting in Delft. The coming period ten highly motivated students with various relevant backgrounds will be working on circular redesign of (iconic) products as part of the Circo project coordinated by Reversed Concepts.
The project will apply and validate the Products that Last framework in practise by using it extensively in the project. At the same time international circular product and business examples will be identified, analysed and made available. A team of professional designers is going to feed the process with their experience and skills in three workshops (designers are still welcome to particpate via the Circo link above). All work in progress is going to be made available online. We are preparing the site at the moment and share the link probably next week. The final presentation is planned for July 2nd and we will encourage students afterwards to ‘pimp up’ the results to a level suited for DDW.
It is a new and innovative project and we will certainly hit some bumps during the process but I’m confident we have prepared a solid process to gain very useful experience in circular design, to create inspiring cases and to involve talented designers in order to accelerate circular business in The Netherlands (and beyond)
De gezondheidgerelateerde maatschappelijke kosten van het gebruik van kolencentrales zijn door de European Health and Environment Alliance (HEAL) in beeld ingeschat. Een mooi en dicht bij huis voorbeeld van het rekenen met true cost (meenemen van negatieve externe kosten) van het gebruik van grondstoffen en energie. Die kosten worden voor Nederland geschat op €386 miljoen per jaar. Ondanks kanttekeningen bij de cijfers geeft deze kwantificering een nieuwe dimensie aan een aantal energiedebatten.
De cijfers
De missie van HEAL is geformuleerd als “het bevorderen van maatschappelijke gezondheid door een gezond milieu in Europa en verder”. Haar leden hebben wortels in de gezondheidssector en medici zijn betrokken bij totstandkoming van het rapport. Op basis daarvan verwacht je een objectieve analyse. In het rapport wordt echter onomwonden gelobbyd tegen kolencentrales en de titel van het rapport “how coal power plants make us sick” is nogal tendentieus. Het is dus raadzaam de cijfers met een korrel zout te nemen, maar laten we toch eens naar de impact kijken in de veronderstelling dat ze objectief en correct zijn.
Voor de hele EU schat het rapport de gevolgen zoals aangegeven in de figuur waarbij het leven gemiddeld 10 jaar wordt verkort bij een vroegtijdige sterfgevallen. De totale directe en indirecte kosten worden ingeschat op €42,8 miljard voor de hele EU en €386 miljoen voor Nederland in het maximum scenario. De impact op Nederland is dus in verhouding tot de hele EU relatief klein in euro’s maar nog altijd goed voor ongeveer 130 vroegtijdige sterfgevallen. De belangrijkste oorzaak is fijnstof en ozon die in de lucht komt door de verbranding van kolen
Consequenties voor een aantal energiedebatten
Wat betekent dit in het licht van de bouw van nieuwe kolencentrales en de ambitie van Nederland om netto exporteur van elektriciteit te worden en? In Nederland werd in 2011 ongeveer 40 miljard Kwh elektriciteit uit kolen geproduceerd. Als je €386 miljoen kosten hierover verdisconteert zou dat op ongeveer 0,9 cent per kwh neerkomen. Bij een gemiddeld productieprijs van €0,05 tot €0,07 komt dat neer op een extra kostprijs van 14% tot 20%. Wetende dat de schoonste gascentrale in Nederland momenteel zwaar onder haar capaciteit produceert (FD van 4 maart) omdat gas momenteel niet concurrerend is met goedkopen kolen, reist de vraag of dit nog steeds zo is als je de externe kosten van 20% mee zou rekenen.
Hoe verhoudt zich dit tot het afvangen en opslaan van CO2? De opslag van CO2 in de grond stuit op maatschappelijke weerstand omdat de risico’s van opslag voor met name gezondheid niet bekend zijn. Niet onlogisch als je in Barendrecht woont en de overheid wijst jouw achtertuin aan voor een proeflocatie. Maar hoe kijk je hier vanuit algemeen maatschappelijk belang naar als je weet dat de uitstoot van centrales nu ieder jaar 130 slachtoffers maakt?
Tegen welke risico’s investeren we uit algemene middelen? Nederland investeert veel in het terugdringen van het aantal verkeersslachtoffers. Logisch want dit is een zeer zichtbaar leed en prettig als je dat kan voorkomen. Enige tijd geleden werd €800 miljoen geïnvesteerd in uitbreiding van automatisch snelweg signalering met de verwachting dat het aantal dodelijke slachtoffer per jaar met 100 zou teruglopen. Met de true cost van kolencentrales kan je vergelijken wat en dergelijke investering in verschonen van de elektriciteitsproductie op zou kunnen leveren.
Bijdrage van het true cost denkraam
Een kritisch lezer zal een aantal kronkels vinden in bovenstaande argumentatie. Kolenadepten kunnen vast het rapport van HEAL op belangrijke punten ter discussie stellen. Andere vormen van energie opwekking hebben weer andere negatieve effecten. Toch blijkt uit bovenstaande de kracht van het in beeld brengen van de negatieve maatschappelijke effecten. Een schade van €386 miljoen en 130 slachtoffers maakt het vraagstuk concreet. Een extra kostprijs van 15% tot 20% zou direct invloed hebben op de concurrentiepositie van kolen in de energiemix. Ook met deze extra informatie zou je tot de conclusie kunnen komen dat het noodzakelijk is om van kolen gebruik te maken. In dat geval wordt het debat echter gevoerd terwijl expliciet duidelijk is wat de externe gevolgen zijn en kan je besluiten wat je wilt investeren om de risico’s te mitigeren en slachtoffers te compenseren.
Gisteren heeft een groep wetenschappers, bedrijven en maatschappelijke organisaties onder de vlag van De Groene Zaak een advies aan Mark Rutte en Diederik Samsom in ondermeer het FD gepubliceerd om tot een groene economie te komen. Zij stellen dat een bedrijf dat niet actief aan duurzaamheid werkt over tien jaar geen bestaansrecht meer heeft en dat Nederland een uitstekende uitgangspositie heeft om groene wereld leider te worden. Hier is urgentie voor omdat de wereld ieder jaar €3.000 tot €5.000 miljard aan natuurlijke kapitaal verliest door de manier waarop we consumeren en produceren. Hier is ook een economische ratio voor omdat iedere investering van €1 in een groene economie €3 oplevert terwijl een gelijke investering in de oude fossiele economie €2 kost.
Dit vereist wel een krachtige stimulans en heldere visie vanuit Den Haag. Hiervoor hebben zij een vijftal acties gedefinieerd. Stuk voor stuk zinvolle suggesties al zijn er meer relevante acties te bedenken die net zo krachtig kunnen zijn. De doelen om in 2040 een fossielvrije energievoorziening te hebben en in 2022 een volledige energieneutrale gebouwde omgeving zijn een mooie stip aan de horizon, maar zijn wel heel ambitieus als je kijkt wat er op basis van eerdere plannen is gerealiseerd. Desalniettemin interessant om alle acties eens uitgebeid te beschouwen, niet in beperkingen te denken en te bedenken hoe deze visie en de acties verder uitgewerkt kan worden
1. Groen industriebeleid
Een proactief en consistent beleid voor lange termijn dat investeert in de groene maak- en kennisindustrie van de toekomst. Een beleid gericht op systeemvernieuwing en radicale innovatie, met investeringen in kansrijke groene nichesectoren zoals de bio-economie, deltatechnologie en grondstoffenrotonde. Dit vraagt om een regionale visie, vanwege het belang van regionale clustering van bedrijven, kennisinstellingen en overheden. Een investeringsfonds is nodig om strategisch te investeren in groene innovatie, zoals andere landen als Frankrijk en Duitsland ook al doen. Een belangrijk deel van de FES-gelden zou hiervoor kunnen worden aangewend. Dus geen ouderwetse, defensieve industriepolitiek uit de jaren 70 en 80 waarbij miljarden werden geïnvesteerd in noodlijdende takken die alsnog ten onder gingen, zoals textiel, scheepvaart (RSV) of vliegtuigindustrie (Fokker).
2. Fiscale Vergroening
Een belangrijke voorwaarde voor een groene economie is een hervorming van het belastingsysteem. Ooit begon Nederland als één van de eersten in Europa met het vergroenen van het belastingstelsel, daarna stagneerde dat en nu laten we na de belastingen te differentiëren zodat de groene consument en producent kan profiteren. Fiscale vergroening betekent dat milieubelastende en energieverslindende productie en consumptie sterker worden belast, bijvoorbeeld door het opheffen van de vrijstellingen op belastingen voor energieproducenten (kolen), terwijl energiebesparende en milieuvriendelijke activiteiten, producten en diensten worden gestimuleerd. Het indirect subsidiëren van fossiele brandstoffen via fiscale -, schaal -, en investeringsvoordelen wordt afgeschaft. Arbeid wordt minder fiscaal belast, maar vervuilende consumptie juist meer, bijvoorbeeld in de vorm van hogere belastingen voor vlees. Of het omgekeerde, dat de belasting op het collectief produceren van schone energie wordt afgeschaft, de zogenaamde salderingskwestie.
3. Een minister van energie, grondstoffen en milieu
Duurzame energie en groene grondstoffen vormen de spil van de nieuwe, schone economie. Energie- en grondstoffenbeheer wordt in geopolitiek opzicht steeds belangrijker en is in andere landen al onderdeel van het buitenlands beleid. Nederland ontbeert specifiek beleid om zijn energievoorziening en grondstoffenvoorraad toekomstbestendig te maken. Voor een systeemvernieuwing richting een groene economie is een minister van energie, grondstoffen en milieu van cruciaal belang.
4. Transitieplan voor de energievoorziening
Een radicaal hervormingsplan is nodig met als doelstelling een volledig schone, fossielvrije energievoorziening in 2040. Dit vraagt een jaarlijkse energiebesparing van 3% en een jaarlijkse groei van duurzame energie van 7%. Dit vergt een compleet nieuwe energie-infrastructuur, voor een fors deel geënt op decentrale energieopwekking, een combinatie van zon, wind, warmte en slimme netwerken. De centrale energie-infrastructuur is gestoeld op de circulaire bio-economie, met een cruciale rol voor 2de en 3de generatie biomassa.
5. Een energieneutrale gebouwde omgeving
De gebouwde omgeving kan in 15-20 jaar tijd energieneutraal worden. Alle bestaande woningen, kantoren en scholen kunnen worden vergroend via energiebesparing en duurzame energie (zonne- en windenergie en omgevingswarmte). Daarnaast kunnen daken en gevels worden gebruikt voor energieopwekking, waterberging en fijnstof afvanging. Macro-economisch zitten er aan zo’n megaproject grote voordelen: Dit levert 50.000 banen per jaar op en het vastgoed wordt ca. 5% meer waard. Maar ook micro-economisch zijn de voordelen evident, huurders betalen geen energierekening meer en het economisch rendement voor investeerders is hoog.
Op de voorpagina van de NRC: “De B.V. China koopt wereldwijd alle grondstoffen op terwijl het Westen verlamd toekijkt.” Ok, op de voorpagina van de boekenbijlage dus dat maakt het net iets minder belangrijk en de recensie in niet alleen maar positief, dus er zijn kanttekeningen te plaatsen. Maar toch precies het onderwerp waar Circulaire over gaat. Hier de inhoudelijke hoofdlijn van het boek “Winner take all” van Dambisa Moyo op basis van de recensie van Oscar Garscharen .
Beetje meta natuurlijk om een verslag van een verslag te maken, maar het boek is nog niet in Nederland verkrijgbaar. De titel geeft al aan dat het hier om winnaars en verliezers gaat. Moyo is een Zambiaanse econome die door Time Magazine tot de 100 meest invloedrijke mensen wordt gerekend. Zij stelt dat de wereldwijde strijd om toegang te grondstoffen al lang aan de gang is. Wat de gevolgen voor haar eigen continent zijn wordt niet helemaal duidelijk, maar China is wat haar betreft de grote winnaar en het Westen wordt de grote verliezer.
Sinds 2005 heeft China voor $400 miljard aan grondstofverwerkende bedrijven overgenomen. Daarnaast heeft het land voor $500 miljard aan goodwill-investeringen gedaan in wegen, scholen en ziekenhuizen in Afrika en Latijns-Amerika. Gelijktijdig worden met veel landen dichter in de regio bilaterale gas- en oliecontracten afgesloten. China bereidt zich hiermee voor op een periode van toenemende schaarste die volgens Moyo kan leiden tot water en grondstofoorlogen. Twee vragen dringen zich op; waarom doet het Westen niets terwijl de feiten bekend zijn en waarom is China zo daadkrachtig?
Volgens Moyo is dit vooral toe te schrijven aan de verschillende interne politieke systemen en de bijbehorende belangen. In het Westen richten politici zich voornamelijk en noodzakelijkerwijs op onderwerpen die bij de volgende verkiezingen en rol spelen. En dat is niet toegang tot mineralen, voedsel en energie voor de volgende generatie. Daarnaast lijkt de noodzaak tot handelen niet zo groot vanuit de huidige overvloed. Bij internationale organisaties domineren vooral de nationale belangen waardoor er altijd wel een oorlog of crises hogere prioriteit heeft.
In China daarentegen heeft de Communistische Partij vooral behoefte aan economische en sociale stabiliteit om haar macht te bestendigen. Deze is gewaarborgd bij economische groei en daarvoor is import van grondstoffen essentieel. Hiervoor is een lange termijn strategie uitgestippeld die gedisciplineerd en nauwgezet wordt uitgevoerd. Gegeven dit belang is het zelfs niet erg om te ‘overprijzen’ door bijvoorbeeld ook in locale infrastructuur te investeren, want dat valt weg in de grote getallen van economische groei en machtsbehoud.
Interessant is verder om te kijken wat een Afrikaanse vindt van de manier waarop China internationaal opereert. Moyo’s oordeel is hier behoorlijk mild. China is geheel niet geïnteresseerd in het opdringen van haar normen en waarden en daarmee vooral geen neonkolonisator, hetgeen positief is ten opzichte van de Westerse houding. Het winnen van grondstoffen staat centraal en het ‘overprijzen’ komt de locale infrastructuur ten goede. Het negatieve beeld ten aanzien van arbeids- en milieuomstandigheden bagatelliseert ze en dit wordt deels wordt ondersteund door verbeteringen aan Chinese zijde.
Moyo komt ook nog met oplossingen, maar daar is de recensent niet heel lovend over. Daarvoor is het waarschijnlijk beter om het boek te lezen. Het boek is wel weer een duidelijk signaal dat grondstofschaarste en serieuze bedreiging van de wereldvrede en de Westerse welvaart kan zijn. Verrassende dimensie is dat China niet zozeer als een kwade genius wordt weggezet, maar vooral het Westen als een inert blok dat niet het (politieke) systeem en economische drive heeft anticiperend te handelen.
Als een mijnbouwer aangeeft dat Europa te weinig doet om haar grondstof toevoer veilig te stellen, dan is er iets aan de hand. De strategie directeur van de Braziliaanse mijnbouw gigant (vooral ijzererts) Vale doet dat vandaag in het FD.
Er is een kans dat meneer Martins er belang bij heeft als Europa zich meer actief gaat opstellen, maar een te passieve houding van Europa wordt vaker gesignaleerd, onder andere door de Nederlandse inkoopmanagers verenigt in de Nevi. Europa geeft de voorkeur aan de vrije markt en het beleid is vooral gericht op het verbeteren van grondstof efficiëntie in productie. Martins zegt ook een aanhanger van de vrije markt te zijn, maar ziet dat overheidsbemoeienis toeneemt. Aanbieders van grondstoffen beperken de export en vragers proberen middels bilaterale afspraken hun belangen veilig te stellen. Europa zou volgens Martins naast het promoten van vrijhandel ook haar eigen aanvoer meer moeten garanderen.
Natuurlijk zou het vanuit Europees perspectief vooral verstandig zijn om op zoek te gaan naar circulaire concepten om de afhankelijkheid van grondstoffen terug te brengen, maar dat zal een mijnbouwer niet zo snel propageren. Deze circulaire invalshoek buiten beschouwing gelaten, lijkt het raadzaam dat Europa meer aandacht heeft voor grondstof problematiek om te voorkomen dat een toekomstig tekort het nog lastiger maakt om uit de huidige crises te komen.
Honda en de Japan Metals & Chemicals Company hebben aangekondigd als eerste grootschalig aardmetalen te gaan terugwinnen. Zij hebben gezamenlijk een techniek ontwikkeld om 17 verschillende zeldzame chemische elementen terug te winnen uit accu’s van hybride auto’s van Honda die zijn gebruikt in Japan, Noord Amerika en Europa. Tot nu toe lukte dit alleen kleinschalig en in sterk gecontroleerde processen om dexe metalen terug te winnen. Volgens het bericht is het proces op 2.000 accu’s toegepast en wordt het nu onderdeel van een massa productie proces. Veel meer is er niet bekend gemaakt. Het belangrijkste detail is het procesplaatje hiernaast en dat vertelt eigenlijk niets nieuws. De beide bedrijven claimen dat ze ongeveer 80% van de Aardmetalen kunnen terugwinnen met een kwaliteit die gelijk staat aan die van nieuw gewonnen en geraffineerde metalen.
Honda heeft aangekondigd het proces te willen uitbereiden voor terugwinning van meer zeldzame stoffen. Naar verwachting zullen andere bedrijven op korte termijn volgen nu China, dat goed is voor 90% van de natuurlijke voorraad Aardmetalen, heeft aangekondigd de export te gaan beperken